Nu te lezen op de site van New Scientist: mijn recensie van het boek Voorbij de Big Bang van Laura Mersini-Houghton.
Afgelopen weekend werd bekend dat Gordon Moore, medeoprichter van Intel en bedenker van de beroemde Wet van Moore, op 94-jarige leeftijd is overleden. Ter gelegenheid daarvan zette KIJK mijn artikel van een paar jaar geleden over Moore’s wet integraal online.
Nu integraal te lezen op de KIJK-site: mijn artikel over theoretisch natuurkundige Stephen Hawking uit 2018, geschreven naar aanleiding van zijn overlijden.
Goed om in het achterhoofd te houden: het stuk bestond eigenlijk uit losse kaders over zijn leven, zijn werk en zijn ziekte. Doordat al die teksten online onder elkaar zijn geplaatst met extra tussenkopjes ertussen, is die structuur niet meer zo duidelijk.
Verder is onlangs een boek verschenen van de in het artikel genoemde natuurkundige Thomas Hertog, die tijdens Hawkings laatste jaren met hem samenwerkte: Het ontstaan van de tijd. Dat ben ik momenteel aan het lezen, om te kijken of er een artikel in zit. Wordt vast vervolgd.
In het nieuwe nummer van Skepter, het tijdschrift van stichting Skepsis: mijn artikel ‘Tussen wegwuiven en opkloppen’, over de gevolgen van de kernramp van Tsjernobyl.
Oké, of je hem uit je hoofd in alle details zou kunnen natekenen, is de vraag. Maar bij het woord ‘wereldkaart’ komt er waarschijnlijk toch een vrij duidelijk plaatje bij je naar boven. Links Amerika. Europa en Afrika in het midden. Rechts Azië, met daaronder Australië. En voor de rest vooral veel blauw. Het is moeilijk voor te stellen dat het ook anders zou kunnen.
Toch kijk je naar niet meer dan een momentopname – althans, als je de bril van een geoloog opzet. De continenten van onze planeet zijn continu in beweging. Met een tempo van een paar centimeter per jaar.; dat wel. Maar als dat honderden miljoenen jaren zo doorgaat, tikt dat toch aan. En dus ziet de wereldkaart van de verre toekomst er heel anders uit dan die in je Bosatlas.
Maar hóé ziet die wereldkaart er dan uit? Daar zijn wetenschappers het minder over eens dan je zou denken. De meesten zeggen: we bewegen toe naar een nieuw supercontinent. Oftewel: alle huidige werelddelen op elkaar geprakt, omringd door een oceaan die de hele rest van de planeet bedekt. Maar hoe die continenten op elkaar zullen botsen en waar dat megacontinent te vinden zal zijn, daarover zijn de meningen verdeeld. En hoe verschilt een wereld met maar één groot stuk land van de onze?
De betreffende editie van Quest is hier te bestellen.
Op proefles bij Joël Broekaert
‘In dit boek ga ik je leren proeven’, belooft culinair journalist Joël Broekaert aan het begin van Proefles. Inderdaad komt hij met een aantal experimentjes dat daarop aanstuurt, zoals: sabbel net zo lang op een stukje witbrood totdat je iets lichtzoets proeft. Of: leg een plukje gestoomde makreel op een zongedroogde tomaat om de hartige smaak umami een boost te geven. Interessant natuurlijk – maar had het boek niets anders bevat dan dit soort proefproefjes, dan hadden we ons exemplaar met alle liefde doorgestuurd naar een tijdschrift als Foodies of delicious.
Lees mijn hele recensie van Proefles op de site van New Scientist.
Neutrino’s zijn extreem lichte, moeilijk te meten deeltjes die bijna overal dwars doorheen schieten. Ze werden alweer bijna zeventig jaar geleden ontdekt, maar bezorgen wetenschappers nog steeds hoofdbrekens. Op allerlei manieren gedragen ze zich namelijk niet helemaal volgens de regeltjes die wij voor ze bedacht hebben.
Een mogelijke verklaring luidt dan vaak: naast de bekende drie soorten ‘gewone’ neutrino’s bestaat er nog een vierde neutrino. Dat zou dan een zogenoemd steriel neutrino zijn, dat nóg veel moeilijker te meten is. Maar nieuwe resultaten van het Franse experiment STEREO lijken in elk geval één van die steriele-neutrino-verklaringen af te serveren.
Lees het hele (alweer wat oudere – sorry) bericht op de site van de Nederlandstalige editie van New Scientist.
Houdt het muon zich toch aan de regels?
Vergeten hier te posten, maar wel een belangrijke update bij dit KIJK-artikel van eind 2021:
Het gold als een van de interessantste resultaten binnen de deeltjesfysica sinds de ontdekking van het higgsdeeltje: het feit dat er bij het verval van bepaalde deeltjes minder vaak muonen ontstaan dan je zou verwachten. Zou die afwijking van onze huidige deeltjestheorie, blootgelegd met het deeltjesexperiment LHCb, wijzen op het bestaan van nieuwe deeltjes of nieuwe natuurkrachten?
Terwijl theoretici enthousiast alle mogelijke oorzaken voor zo’n afwijking verkenden, ging het LHCb-team verder met het analyseren van data. En eerder deze maand maakten ze bekend: er is bij nader inzien toch geen verschil tussen hoe vaak er bij een verval muonen ontstaan, en hoe vaak hun lichtere broertjes opduiken, de bekendere elektronen.
Precies zoals de deeltjestheorie voorschrijft, dus? Niet per se.
Wat dacht KIJK in 2013 over 2023?
Al begin vorig jaar herinnerde ik de KIJK-redactie eraan dat we in 2013 op allerlei gebieden hadden voorspeld hoe de wereld er in 2023 voor zou staan. Leuk om onze teksten van destijds er weer eens bij te pakken en te zien wat daarvan terecht is gekomen?
Een reactie bleef uit, maar in september kreeg ik wel een mailtje van de coördinerend redacteur:
‘Weet jij nog dat KIJK in 2013 een vooruitblik heeft gegeven over 2023? Wat gebeurt er met de energie in 2023, wat gebeurt er met de economie, etc. Het lijkt ons leuk om nu te kijken wat daarvan uit is gekomen.’
Na uiteraard wat pesterijtjes via WhatsApp (‘Goed idee, joh! Ik had het zelf bedacht kunnen hebben!’) besloten we dat ik zou terugblikken op mijn eigen natuurkunde-vooruitblik, terwijl anderen de andere vakgebieden voor hun rekening namen.
Paar honderd qubits
En ik moet zeggen: ik ben best trots op mijn vooruitziende blik van toen. Of eigenlijk vooral: die van de deskundigen waarbij ik destijds te rade ging. Natuurkundige Frank Linde durfde het bijvoorbeeld aan om te roepen: over een jaar of vijf gaan we zwaartekrachtgolven zien. Dat werden er zelfs maar drie. En diens collega Lieven Vandersypen voorspelde een quantumcomputer van enkele tientallen qubits. Dat lukte een paar jaar geleden al; inmiddels zitten we op een paar honderd qubits.
Ik liet me er verder niet toe verleiden te claimen ‘over tien jaar zullen we het donkere-materie-probleem wel hebben opgelost’ – al leek 2023 toen nog héél ver weg. Verder voorspelde ik geen ontdekkingen met de LHC (higgs hadden we in 2013 al gevonden), die er ook niet kwamen.
Minder futuristisch
Je zou bijna denken: best makkelijk, dat voorspellen. Tot je bijvoorbeeld een blik werpt op de pagina’s over gadgets die eind 2013 in KIJK verschenen. Slimme contactlenzen, ID-chips onder onze huid, alles-in-een-huishoudrobots… Allemaal zouden ze gemeengoed worden. Helaas, 2023 is een stuk minder futuristisch gebleken dan onze spulletjesmensen toen dachten.
KIJK 2/2023, met de volledige vooruitblik-terugblik, ligt nu in de winkel en is hier online te bestellen. In hetzelfde nummer vind je ook mijn interview met bemiddelaar Fleur Ravensbergen.
Afgelopen voorjaar zag ik de aankondiging van het boek Ontwapend in de catalogus van uitgeverij Nieuw Amsterdam, en ik was gelijk geïntrigeerd: een Nederlandse die onderhandelde in onder andere Noord-Ierland, Baskenland en Irak. Ik vroeg de drukproef aan, en besloot al lezende: hier zit zéker een goed interview in.
Dat interview had ik in principe voor allerlei media kunnen uitwerken: van de Linda tot een landelijk dagblad. Maar goed, op veel plekken heb ik de juiste ingangen niet, de Volkskrant had Ravensbergen jaren geleden al geïnterviewd dus dat dreigde een herhaling van zetten te worden, een andere krant wees mijn voorstel af.
Ondertussen zat KIJK om interviews verlegen dus dacht ik: ook een prima plek. Daar heb je tenminste genoeg woorden tot je beschikking om er een echt interessant verhaal van te maken.
Of dat gelukt is: oordeel zelf! Het stuk is te vinden op pagina 30 van KIJK 2/2023. De editie is hier te bestellen.