Categorieën
Sterrenkunde

Wat is de vorm van ons heelal?

Oké, het is een wat gedateerde vergelijking, maar voor de veertigplussers (en de retro-gamers) onder ons: vroeger had je van die computerspelletjes waarbij je, als je je poppetje of ruimtescheepje rechts het scherm uit stuurde, het links weer in beeld verscheen – en vice versa.

Anno 2024 zul je zoiets in een game niet vaak meer tegenkomen, maar, raar maar waar: het zou best kunnen dat ons heelal wél zo werkt. Misschien zelfs in drie dimensies. Om in computerspeltermen te blijven, moet je dan denken aan een blokvormig scherm waarvan de linkerkant aan de rechterkant is gekoppeld, de bovenkant aan de onderkant, en de voorkant aan de achterkant.

Nu nemen veel wetenschappers al jaren aan dat dat níét het geval is. Eerder onderzoek wist namelijk geen tekenen van dat soort aan elkaar geknoopte dimensies bloot te leggen. Maar dat betekent niet dat ze er niet zijn, schrijven theoretisch natuurkundige Yashar Akrami en collega’s nu in een nieuw wetenschappelijk artikel. We hebben bij lange na niet alle mogelijkheden bekeken.

Lees het hele artikel – eerder verschenen in KIJK 8/2024 – nu op de KIJK-site.

Categorieën
Sterrenkunde

Poolster geeft geheimen prijs

Met het blote oog zijn de sterren niet meer dan minuscule lichtpuntjes aan de nachtelijke hemel. Maar tegenwoordig kunnen astronomen, door het licht van verschillende telescopen te combineren, daadwerkelijk details zien op het oppervlak van sterren die niet al te ver van ons vandaan staan. Uit nieuw onderzoek van Harvard-astronoom Nancy Evans en collega’s blijkt nu dat de Poolster, die zeelieden al eeuwenlang gebruiken bij het navigeren, vlekken op zijn oppervlak heeft. Een indrukwekkende waarneming, als je bedenkt dat het oppervlak van de Poolster gezien vanaf de aarde zo klein is als een euromunt op 5000 kilometer afstand.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Poolster
Beeld: Evans et al., doi: 10.3847/1538-4357/ad5e7a
Categorieën
Sterrenkunde

‘Mars getroffen door honderden meteorieten per jaar’

Hier op aarde is de kans dat je door een meteoriet wordt geraakt bijna spreekwoordelijk klein. Op onze buurplaneet Mars ligt dat anders: die heeft een veel ijlere atmosfeer, waardoor een brokstuk uit de ruimte veel minder makkelijk opbrandt tijdens zijn tocht naar beneden en dus een grotere kans maakt het oppervlak te treffen. Maar om hoeveel meteorieten gaat het dan? Dat heeft een internationaal team van planeetwetenschappers nu bepaald met behulp van seismische data van NASA’s Marslander InSight.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Categorieën
Natuurkunde Sterrenkunde

Bomen als neutrinodetectors?

Wil je neutrino’s meten, dan kom je er niet met een apparaat dat op je keukentafel past. Deze extreem lichte deeltjes zijn namelijk bizar moeilijk te ‘zien’. Het overgrote deel van de neutrino’s die de aarde uit het heelal bereiken, schiet ongehinderd door onze hele planeet heen.

Maar heel af en toe knalt zo’n neutrino op een atoomkern met een meetbaar signaaltje tot gevolg. En dus moet je neutrinodetector enorm zijn. Zodat ie zóveel atoomkernen bevat, dat er met enige regelmaat érgens een neutrinobotsing plaatsvindt.

En enorm, dat zijn neutrino-experimenten. Neem IceCube, dat met duizenden detectors een kubieke kilometer aan Zuidpoolijs in de gaten houdt. Of KM3NeT, dat een vergelijkbare hoeveelheid Middellandse Zee-water bestudeert.

Probleem is alleen: als we de zeldzaamste neutrino’s willen opmerken, is ook enorm niet meer groot genoeg. In een kubieke kilometer aan materie vindt dan gemiddeld maar één botsing per decennium plaats – en dat is wel erg karig.

Maar ja, er zit een grens aan hoeveel ijs of water je vol detectors kunt hangen voordat de kosten écht de pan uit rijzen. Daarom bedacht experimenteel astrodeeltjesfysicus Steven Prohira van de Universiteit van Kansas in de VS een eenvoudiger alternatief: gebruik bomen als neutrinodetectors.

Lees het hele artikel, eerder verschenen in KIJK 4/2024, nu op de KIJK-site.

Categorieën
Natuurkunde

Licht staat stil in kristal

Licht reist altijd met de lichtsnelheid, hoor je weleens – maar dat klopt niet. Licht beweegt bijvoorbeeld langzamer door water en nóg trager door glas. Nu is een team van onderzoeksinstituut AMOLF en de TU Delft, geleid door natuurkundige Ewold Verhagen, er zelfs in geslaagd licht helemáál stil te laten staan in een dun laagje kristal.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Categorieën
Sterrenkunde

Zit er een zwart gat in de zon?

Wie opgroeide in de jaren negentig kon er niet omheen: de hit ‘Black Hole Sun’ van grungeband Soundgarden. Vooral de videoclip sprak tot de verbeelding, waarin allerlei mensen het zwarte gat dat de zon was geworden in werden getrokken.

Maar hé, dat slaat natuurlijk nergens op. Buiten dat ze allebei in het heelal te vinden zijn, hebben onze zon en zwarte gaten niets met elkaar te maken… Toch?

Nou, misschien wel, schrijft een internationaal team van sterrenkundigen in The Astrophysical Journal. Nee, de zon zal niet plotseling in een zwart gat veranderen. Wel is er een minuscule kans dat er al miljarden jaren diep in zijn binnenste zo’n object verborgen zit. En dat kan op termijn wel degelijk grote gevolgen voor de aarde hebben.

Lees het volledige artikel, eerder verschenen in KIJK 3/2024, nu op de site van KIJK.

Categorieën
Sterrenkunde

Leverde kosmisch stof ingrediënten voor leven?

Het aardse leven kan niet zonder koolstof, stikstof, fosfor en zwavel. Probleem is alleen dat het gesteente aan het oppervlak van onze planeet van nature maar weinig van deze elementen bevat.

Het leven van nu heeft zo zijn manieren ontwikkeld om ze toch bij elkaar te sprokkelen. Maar ooit, miljarden jaren geleden, was dat leven er nog niet – en dus zaten die cruciale elementen toen als het ware opgesloten in hun stenen. Hoe konden in die situatie dan uit deze elementen de moleculen ontstaan waar het huidige leven niet zonder kan, zoals vetten, DNA en RNA?

Dankzij inslagen van kometen en meteorieten, is de gangbare gedachte. Die bevatten namelijk wél veel van de genoemde elementen.

Maar, zo schrijven Craig Walton, geochemicus aan de Techische Hogeschool Zürich en de Universiteit van Cambridge, en collega’s in het tijdschrift Nature Astronomy: er is een alternatieve weg, die de meeste wetenschappers tot nu toe hebben genegeerd. Er dwarrelt ook continu kosmisch stof op ons neer dat deze ingrediënten van leven met zich mee kan hebben genomen.

Lees het hele bericht op de site van KIJK.

Categorieën
Sterrenkunde

Nog acht onontdekte planeten? Waarschijnlijk niet

Eentje in de categorie: als ik aan het begin had geweten wat ik aan het eind wist, had ik een ander wetenschappelijk artikel gekozen om een nieuwsbericht over te schrijven.

Blunder

Het begon zo leuk: naar schatting zitten er nog vijf planeten van het formaat Mercurius verstopt in de buitenste delen van het zonnestelsel, en drie van het formaat Mars. Dat zouden dan ingevangen wees- of zwerfplaneten moeten zijn. Oftewel: planeten die ooit elders zijn ontstaan en vervolgens lange tijd eenzaam door de interstellaire ruimte hebben gezworven.

Maar, zo bleek toen ik een jaargenoot van mijn studie sterrenkunde benaderde (inmiddels hoogleraar en hoofd van de afdeling natuurkunde van een universiteit in China): de auteur lijkt een foutje te hebben gemaakt. Of zeg maar liever: een blunder. Hij heeft namelijk het aantal planeten dat alle sterren in een cluster samen invangen aangezien voor het aantal planeten dat ons zonnestelsel in zijn eentje invangt. En tja, dan kom je natuurlijk op een veel te hoog aantal ingevangen weesplaneten uit.

Peer review is niet heilig

Ik belde ook nog kort telefonisch met een Leidse hoogleraar, die net zo kritisch was over het artikel. Dat toch is gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters, niet het minste wetenschappelijk tijdschrift op sterrenkundig gebied. Wat maar weer eens laat zien: peer review is allesbehalve heilig. Het blijft broodnodig voor wetenschapsjournalisten om onafhankelijke deskundigen te raadplegen.

En tja, in de ideale wereld zou je na zo’n vrij vernietigend oordeel de ruimte hebben om op je schreden terug te keren en bij nul te beginnen met een heel ander wetenschappelijk artikel. Maar ja. In de echte wereld is daar niet altijd tijd of geld voor. En dus werd het de next best thing. Een kritisch nieuwsbericht dat duidelijk benoemt wat er volgens andere wetenschappers mankeert aan het geclaimde resultaat.

Toch plaatsen

Mijn extra rechtvaardiging daarbij is als volgt. Als elke wetenschapsjournalist die wat dieper graaft elk wetenschappelijk artikel waar wat aan mankeert simpelweg niet behandelt – verschijnen er alleen maar kritiekloze berichten van journalisten die níét dieper gegraven hebben. Dan komt zo’n wetenschapper dus in elk geval richting de buitenwereld weg met zijn matige of ronduit foutieve resultaat. Wat dat betreft is het misschien toch beter om dit soort kritische berichten wel te plaatsen. Dan staan die tenminste óók ergens online.

Categorieën
Sterrenkunde

Zeven vragen over de oerknal

Hoe lang geleden vond de oerknal plaats? Waar? Wat was er voor de oerknal? En wat gebeurde er daarna?

Die en meer vragen beantwoord ik in een nieuw artikel op de KIJK-site. Met intrigerende reacties eronder, inmiddels.

Goed gelezen

Meer over de gedachte achter dit soort vrij aanleidingsloze webstukken lees je in deze eerdere blogpost, naar aanleiding van mijn vorige sterrenkundige siteartikel voor KIJK.

In dit geval lijkt die aanpak inderdaad te werken; ik krijg net van de redactie te horen dat het stuk op het moment behoorlijk goed wordt gelezen. En het mooie is: het bederft niet – of althans, veel langzamer dan een nieuwsbericht over een specifiek, recent wetenschappelijk resultaat. Voor hetzelfde geld is het over een maand nog steeds (of weer) een goed gelezen stuk.

Categorieën
Natuurkunde

Atoomkern bestaat uit mini-atoomkerntjes

Google een plaatje van een atoomkern en je krijgt een bol op je scherm die is opgebouwd uit twee soorten ‘knikkers’: protonen en neutronen. Lekker helder – maar stiekem klopt er weinig van. De afgelopen decennia is er flink wat theoretisch en experimenteel bewijsmateriaal verzameld voor het idee dat zwaardere atoomkernen zijn opgebouwd uit groepjes van twee protonen en twee neutronen. Oftewel: uit kernen van het op een na lichtste element, helium. Nu heeft een internationaal team van wetenschappers zulke heliumkernen voor het eerst daadwerkelijk gezien in de kern van een beryllium-10-atoom.

Lees het hele bericht op de KIJK-site. Het artikel uit het wetenschappelijke tijdschrift Physical Review Letters waar het op gebaseerd is, vind je hier. Kom je niet langs de betaalmuur? Lees de preprint hier gratis.