Categorieën
Sterrenkunde

Wat is de vorm van ons heelal?

Oké, het is een wat gedateerde vergelijking, maar voor de veertigplussers (en de retro-gamers) onder ons: vroeger had je van die computerspelletjes waarbij je, als je je poppetje of ruimtescheepje rechts het scherm uit stuurde, het links weer in beeld verscheen – en vice versa.

Anno 2024 zul je zoiets in een game niet vaak meer tegenkomen, maar, raar maar waar: het zou best kunnen dat ons heelal wél zo werkt. Misschien zelfs in drie dimensies. Om in computerspeltermen te blijven, moet je dan denken aan een blokvormig scherm waarvan de linkerkant aan de rechterkant is gekoppeld, de bovenkant aan de onderkant, en de voorkant aan de achterkant.

Nu nemen veel wetenschappers al jaren aan dat dat níét het geval is. Eerder onderzoek wist namelijk geen tekenen van dat soort aan elkaar geknoopte dimensies bloot te leggen. Maar dat betekent niet dat ze er niet zijn, schrijven theoretisch natuurkundige Yashar Akrami en collega’s nu in een nieuw wetenschappelijk artikel. We hebben bij lange na niet alle mogelijkheden bekeken.

Lees het hele artikel – eerder verschenen in KIJK 8/2024 – nu op de KIJK-site.

Categorieën
Sterrenkunde

‘Zouden bewoners van Mercurius slimmer zijn dan wij?’

Waar gaat Cosmotheoros over?

‘Christiaan Huygens vraagt zich in dit boek af: hoe bijzonder zijn wij hier op aarde nou eigenlijk? Andere sterren zijn ook gewoon zonnen, schrijft hij – iets wat in zijn tijd nog een groot discussiepunt was – en daar zullen dus ook planeten omheen bewegen. Waarom zou daar dan niet ook leven zijn? En als er leven is, hoe waarschijnlijk is het dan dat het om intelligent leven gaat?

Ook denkt hij na over leven elders in ons eigen zonnestelsel. Hij schrijft bijvoorbeeld dat eventuele bewoners van Mercurius het heel warm zouden hebben. Vervolgens speculeert hij of die dan ook slimmer zouden zijn dan wij, omdat hun hersenen door die warmte sneller kunnen werken.’

Inmiddels hebben we duizenden exoplaneten ontdekt en weten we dat er geen hyperintelligente wezens op Mercurius zijn. Hoe interessant is Cosmotheoros dan nog?

‘Alles wat Huygens schrijft, leidt hij af uit wat hij weet. Hij blijft heel dicht bij de realiteit en denkt heel helder en logisch over de natuurkunde. Daardoor staat er vrij weinig in zijn boek dat echt niet klopt. Wel denkt hij bijvoorbeeld dat Saturnus van rots is gemaakt, terwijl we nu weten dat het een gasplaneet is. Maar hij realiseert zich ook dat het op Saturnus te koud is voor vloeibaar water, waardoor er, wil er leven voorkomen, ‘water van een andere soort’ zal moeten zijn. Alles bij elkaar komt Huygens in dit boek over als iemand met wie je een heel interessant gesprek zou kunnen voeren.’

Lees het hele interview met Daphne Stam over haar vertaling van Cosmotheoros op de site van New Scientist of in het nieuwe nummer. (Editie 125 alweer. Kan me herinneren dat ik me bij het maken van nummer 75 – toen ik nog eindredacteur van het blad was – afvroeg of we de 100 ooit zouden halen…)

Meer info over het boek op de site van uitgeverij Boom.

Omslag Cosmotheoros van Christiaan Huygens, vertaald door Daphne Stam

Categorieën
Sterrenkunde

Poolster geeft geheimen prijs

Met het blote oog zijn de sterren niet meer dan minuscule lichtpuntjes aan de nachtelijke hemel. Maar tegenwoordig kunnen astronomen, door het licht van verschillende telescopen te combineren, daadwerkelijk details zien op het oppervlak van sterren die niet al te ver van ons vandaan staan. Uit nieuw onderzoek van Harvard-astronoom Nancy Evans en collega’s blijkt nu dat de Poolster, die zeelieden al eeuwenlang gebruiken bij het navigeren, vlekken op zijn oppervlak heeft. Een indrukwekkende waarneming, als je bedenkt dat het oppervlak van de Poolster gezien vanaf de aarde zo klein is als een euromunt op 5000 kilometer afstand.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Poolster
Beeld: Evans et al., doi: 10.3847/1538-4357/ad5e7a
Categorieën
Natuurkunde Overige wetenschap Sterrenkunde

Van kernklokken tot kransslagaders

Soms lijkt het even alsof ik nauwelijks meer schrijf en ga ik aan mezelf twijfelen. Doe ik wel genoeg? En dan ploffen er ineens drie bladen tegelijk in de brievenbus met bijdragen van mij erin.

Categorieën
Sterrenkunde

Waar is het centrum van het heelal?

Je zou misschien denken: het heelal begon met de oerknal. Dat zal een explosie van materie zijn geweest die op een bepaalde plek plaatsvond. Sindsdien beweegt alle materie dan daarvandaan. En dus zou je de plek van de oerknal kunnen zien als het centrum van het heelal.

Maar zo zit het niet. Het heelal begon niet als een lege ruimte met ergens een oerknal. Zoals je hier kunt lezen, wás er – voor zover we weten – voor de oerknal nog geen ruimte of tijd. Die ontstonden mét de oerknal. En dat gebeurde overal tegelijk. Het hele heelal was één hete, dichte soep, die vervolgens afkoelde en ijler werd. Daarin was er dus geen bijzondere plek die je nu als het centrum van het heelal kunt aanwijzen.

Lees het volledige antwoord op deze vraag op de site NEMO100jaar.nl.

Zelf een vraag indienen kan ook nog steeds, over sterrenkunde of iets totaal anders. We wijzen er in de praktijk maar heel weinig af. Ook vragen die in eerste instantie vergezocht of niet zo boeiend lijken, blijken vaak een fascinerend antwoord te hebben.

Categorieën
Sterrenkunde

‘Mars getroffen door honderden meteorieten per jaar’

Hier op aarde is de kans dat je door een meteoriet wordt geraakt bijna spreekwoordelijk klein. Op onze buurplaneet Mars ligt dat anders: die heeft een veel ijlere atmosfeer, waardoor een brokstuk uit de ruimte veel minder makkelijk opbrandt tijdens zijn tocht naar beneden en dus een grotere kans maakt het oppervlak te treffen. Maar om hoeveel meteorieten gaat het dan? Dat heeft een internationaal team van planeetwetenschappers nu bepaald met behulp van seismische data van NASA’s Marslander InSight.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Categorieën
Natuurkunde Sterrenkunde

Bomen als neutrinodetectors?

Wil je neutrino’s meten, dan kom je er niet met een apparaat dat op je keukentafel past. Deze extreem lichte deeltjes zijn namelijk bizar moeilijk te ‘zien’. Het overgrote deel van de neutrino’s die de aarde uit het heelal bereiken, schiet ongehinderd door onze hele planeet heen.

Maar heel af en toe knalt zo’n neutrino op een atoomkern met een meetbaar signaaltje tot gevolg. En dus moet je neutrinodetector enorm zijn. Zodat ie zóveel atoomkernen bevat, dat er met enige regelmaat érgens een neutrinobotsing plaatsvindt.

En enorm, dat zijn neutrino-experimenten. Neem IceCube, dat met duizenden detectors een kubieke kilometer aan Zuidpoolijs in de gaten houdt. Of KM3NeT, dat een vergelijkbare hoeveelheid Middellandse Zee-water bestudeert.

Probleem is alleen: als we de zeldzaamste neutrino’s willen opmerken, is ook enorm niet meer groot genoeg. In een kubieke kilometer aan materie vindt dan gemiddeld maar één botsing per decennium plaats – en dat is wel erg karig.

Maar ja, er zit een grens aan hoeveel ijs of water je vol detectors kunt hangen voordat de kosten écht de pan uit rijzen. Daarom bedacht experimenteel astrodeeltjesfysicus Steven Prohira van de Universiteit van Kansas in de VS een eenvoudiger alternatief: gebruik bomen als neutrinodetectors.

Lees het hele artikel, eerder verschenen in KIJK 4/2024, nu op de KIJK-site.

Categorieën
Sterrenkunde

Zit er een zwart gat in de zon?

Wie opgroeide in de jaren negentig kon er niet omheen: de hit ‘Black Hole Sun’ van grungeband Soundgarden. Vooral de videoclip sprak tot de verbeelding, waarin allerlei mensen het zwarte gat dat de zon was geworden in werden getrokken.

Maar hé, dat slaat natuurlijk nergens op. Buiten dat ze allebei in het heelal te vinden zijn, hebben onze zon en zwarte gaten niets met elkaar te maken… Toch?

Nou, misschien wel, schrijft een internationaal team van sterrenkundigen in The Astrophysical Journal. Nee, de zon zal niet plotseling in een zwart gat veranderen. Wel is er een minuscule kans dat er al miljarden jaren diep in zijn binnenste zo’n object verborgen zit. En dat kan op termijn wel degelijk grote gevolgen voor de aarde hebben.

Lees het volledige artikel, eerder verschenen in KIJK 3/2024, nu op de site van KIJK.

Categorieën
Sterrenkunde

Leverde kosmisch stof ingrediënten voor leven?

Het aardse leven kan niet zonder koolstof, stikstof, fosfor en zwavel. Probleem is alleen dat het gesteente aan het oppervlak van onze planeet van nature maar weinig van deze elementen bevat.

Het leven van nu heeft zo zijn manieren ontwikkeld om ze toch bij elkaar te sprokkelen. Maar ooit, miljarden jaren geleden, was dat leven er nog niet – en dus zaten die cruciale elementen toen als het ware opgesloten in hun stenen. Hoe konden in die situatie dan uit deze elementen de moleculen ontstaan waar het huidige leven niet zonder kan, zoals vetten, DNA en RNA?

Dankzij inslagen van kometen en meteorieten, is de gangbare gedachte. Die bevatten namelijk wél veel van de genoemde elementen.

Maar, zo schrijven Craig Walton, geochemicus aan de Techische Hogeschool Zürich en de Universiteit van Cambridge, en collega’s in het tijdschrift Nature Astronomy: er is een alternatieve weg, die de meeste wetenschappers tot nu toe hebben genegeerd. Er dwarrelt ook continu kosmisch stof op ons neer dat deze ingrediënten van leven met zich mee kan hebben genomen.

Lees het hele bericht op de site van KIJK.

Categorieën
Sterrenkunde

Nog acht onontdekte planeten? Waarschijnlijk niet

Eentje in de categorie: als ik aan het begin had geweten wat ik aan het eind wist, had ik een ander wetenschappelijk artikel gekozen om een nieuwsbericht over te schrijven.

Blunder

Het begon zo leuk: naar schatting zitten er nog vijf planeten van het formaat Mercurius verstopt in de buitenste delen van het zonnestelsel, en drie van het formaat Mars. Dat zouden dan ingevangen wees- of zwerfplaneten moeten zijn. Oftewel: planeten die ooit elders zijn ontstaan en vervolgens lange tijd eenzaam door de interstellaire ruimte hebben gezworven.

Maar, zo bleek toen ik een jaargenoot van mijn studie sterrenkunde benaderde (inmiddels hoogleraar en hoofd van de afdeling natuurkunde van een universiteit in China): de auteur lijkt een foutje te hebben gemaakt. Of zeg maar liever: een blunder. Hij heeft namelijk het aantal planeten dat alle sterren in een cluster samen invangen aangezien voor het aantal planeten dat ons zonnestelsel in zijn eentje invangt. En tja, dan kom je natuurlijk op een veel te hoog aantal ingevangen weesplaneten uit.

Peer review is niet heilig

Ik belde ook nog kort telefonisch met een Leidse hoogleraar, die net zo kritisch was over het artikel. Dat toch is gepubliceerd in Astrophysical Journal Letters, niet het minste wetenschappelijk tijdschrift op sterrenkundig gebied. Wat maar weer eens laat zien: peer review is allesbehalve heilig. Het blijft broodnodig voor wetenschapsjournalisten om onafhankelijke deskundigen te raadplegen.

En tja, in de ideale wereld zou je na zo’n vrij vernietigend oordeel de ruimte hebben om op je schreden terug te keren en bij nul te beginnen met een heel ander wetenschappelijk artikel. Maar ja. In de echte wereld is daar niet altijd tijd of geld voor. En dus werd het de next best thing. Een kritisch nieuwsbericht dat duidelijk benoemt wat er volgens andere wetenschappers mankeert aan het geclaimde resultaat.

Toch plaatsen

Mijn extra rechtvaardiging daarbij is als volgt. Als elke wetenschapsjournalist die wat dieper graaft elk wetenschappelijk artikel waar wat aan mankeert simpelweg niet behandelt – verschijnen er alleen maar kritiekloze berichten van journalisten die níét dieper gegraven hebben. Dan komt zo’n wetenschapper dus in elk geval richting de buitenwereld weg met zijn matige of ronduit foutieve resultaat. Wat dat betreft is het misschien toch beter om dit soort kritische berichten wel te plaatsen. Dan staan die tenminste óók ergens online.