Erg interessant om een keer een spel te spelen met een soort-van-recensie in het achterhoofd. Oké, ik ben wel zo’n type dat zich altijd afvraagt: hoe goed vind ik dit spel? Wil ik dit vaker spelen? Verschilt het genoeg van vergelijkbare spellen? Wat is er uniek aan? Wat zijn de sterke en de zwakke punten? En er een score aan geeft op BoardGameGeek.
Maar dat is toch wat anders dan er een artikel over fabriceren – dat dan ook nog goed te volgen moet zijn voor mensen die sinds Monopoly of Catan geen bordspel meer geprobeerd hebben. (Ja, die mensen bestaan. Schijnt.)
Coöperatief klimaatverandering te lijf
Ondertussen kijk ik uit naar Daybreak, een coöperatief spel over de klimaatverandering uit de koker van Matt Leacock – de bedenker van de wereldwijde hit Pandemic – en Matteo Menapace. Wie weet kan ik daar te zijner tijd óók op de een of andere manier iets over schrijven. Voor de bucketlist hoeft het niet meer, maar het blijven leuke uitstapjes tussen de harde wetenschap door.
Nu in de winkel: het novembernummer van New Scientist, met daarin het interview dat hoofdredacteur Jim Jansen en ik hadden met natuurkundige Frank Linde. Het onderwerp: de Einstein Telescope, waar Linde de afgelopen paar jaar als programmaleider zwaartekrachtgolven flink aan getrokken heeft.
Ze vormen een ingrediënt van elk atoom: protonen. Maar hoe deze alomtegenwoordige deeltjes precies in elkaar zitten, is nog altijd niet helemaal duidelijk. Zo blijkt nu dat ze zich anders gedragen dan onze huidige theorie voorschrijft als je ze confronteert met een elektrisch veld. Waar dat door komt, is nog onduidelijk.
Groot op het omslag van de nieuwe KIJK: mijn artikel over wormgaten!
Het standaardverhaal over deze shortcuts door de ruimtetijd is dat áls ze al bestaan, je er niet doorheen kunt reizen zonder gekke zaken als materie met een negatieve massa of dito energie. Kortom: leuk voor sciencefictionverhalen, die dingen, maar in de praktijk heb je er niks aan.
Toch zie je – als je tenminste populairwetenschappelijke sites met een beetje een bèta-insteek volgt – geregeld berichten die claimen dat we wél door zwarte gaten zouden kunnen reizen. En die stukjes komen in de regel niet uit een dikke duim. Meestal liggen daar netjes gepubliceerde wetenschappelijke artikelen aan ten grondslag die inderdaad spreken over traversable, of zelfs humanly traversable wormholes.
Is dat negatieve-massa-verhaal dan inmiddels achterhaald en kunnen we straks de tripjes in Contact en Interstellar werkelijkheid gaan maken? Lees er alles over in het novembernummer van KIJK, hier online te bestellen. (Tipje van de sluier: ja, je kunt zonder materie met negatieve energie – maar dan moet je wel aannames over ons heelal doen waarvan het zeer de vraag is of die kloppen.)
Stel dat wormgaten werken zoals vaak wordt voorgespiegeld in films. Je reist erdoor en bent in een oogwenk duizend lichtjaar verderop. Dan heb je dus een afstand afgelegd waar het licht duizend jaar over had gedaan – en is je snelheid, althans vanuit het oogpunt van het heelal buiten het wormgat, veel hoger dan die van het licht geweest.
Aan de ene kant is dat natuurlijk hét grote voordeel van een wormgat. Aan de andere kant leidt het ook tot grote problemen, zegt sterrenkundige Thomas Bronzwaer van de Radboud Universiteit. “Als iets sneller dan het licht kan gaan, ligt de volgorde van twee gebeurtenissen niet meer vast. En dan krijg je paradoxen. Stel bijvoorbeeld dat ik een brief schrijf die jij vervolgens ontvangt.
Als we snelheden hoger dan de lichtsnelheid toestaan, kun jij die brief ontvangen voordat ik hem geschreven heb. Maar wat als ik vervolgens besluit iets anders in die brief te zetten? Daarom geloven we dat niets sneller dan het licht kan gaan.”
In een recent wetenschappelijk artikel beweren natuurkundigen Juan Maldacena en Alexey Milekhin echter dat dit probleem eigenlijk een non-issue is. Volgens hen schrijft de quantummechanica namelijk voor dat “de tijd die het duurt om door een wormgat te gaan langer moet zijn dan de tijd die het kost om ‘buitenom’ van het ene uiteinde naar het andere reizen”. En als dat zo is, krijg je ook geen gekke situaties waarbij een gevolg aan zijn eigen oorzaak voorafgaat.
Deze zomer tien jaar geleden maakten natuurkundigen op CERN de ontdekking van het higgsdeeltje beken. In Het eiland dat Higgs heet blikken Stan Bentvelsen en Martijn van Calmthout, respectievelijk directeur en hoofd communicatie van deeltjesinstituut Nikhef, terug op deze mijlpaal en wat daarop volgde. Daarbij is Higgs in het boek een pas ontdekt eiland, met een kust, een hoofdstad, een achterland, bergen, en trekpleisters met namen die verwijzen naar andere deeltjes, zoals Tau Flats en Top Hill.
Lees de volledige recensie op de site van de Nederlandstalige New Scientist.
Wat bepaalt hoe snel je lichaam veroudert? Op die vraag doken Amerikaanse en Chinese onderzoekers door te kijken naar de gegevens van bijna 12.000 Chinezen. Hun conclusies, gepubliceerd in het tijdschrift AgingUS: psychologische factoren, zoals hoe eenzaam je je voelt of hoe angstig je bent, hebben bij elkaar genomen een groter effect op je biologische leeftijd dan bijvoorbeeld roken. Andere wetenschappers plaatsen daar echter hun vraagtekens bij.
De kop daar, ‘Angst en eenzaamheid doen je sneller verouderen dan roken’, is trouwens niet van mijzelf. (Maar die van mij was te saai, dus ik snap dat er iets anders boven is gezet.) Zoals ik in het stuk uitleg, winnen psychologische factoren het sowieso alleen van roken als je ze bij elkaar optelt – iets wat volgens de geciteerde hoogleraar Andrea Maier niet zomaar mag. Afzonderlijk (of met twee bij elkaar genomen) hebben ze allemaal minder effect dan roken.
In het wetenschappelijke artikel is bovendien te zien wélke psychologische factoren dan het meest bijdragen aan je biologische leeftijd (tabel 3, pagina 6). En dan blijkt eenzaamheid – verrassend genoeg – een van de minst belangrijke.
Vaak angstig zijn is wel een grote factor, net als weinig hoop ervaren of je zelden gelukkig voelen. (Maar ja, die laatste variabele lijkt mij dan weer een goed voorbeeld van waar Maier op doelt in haar kritiek: dat de genoemde psychologische factoren niet onafhankelijk van elkaar zijn. Als je hopeloos en bang bent, zul je je in de regel ook niet erg gelukkig voelen.) En rusteloze nachten hebben van alle bekeken psychologische factoren de grootste impact op je biologische leeftijd.
De ergste oudmaker
Maar goed, er staan aanhalingstekens rond de kop, wat mediataal is voor: ‘Dit wordt gezegd, we zijn het er niet per se mee eens.’ (Zo gebruik ik ze zelf ook, al piept er dan altijd wel een klein stemmetje: maar snapt iedere lezer dat wel?) En het persbericht over het onderzoek heeft het in zijn eigen kop over being lonely and unhappy – twee factoren die ook de abstract van het wetenschappelijk artikel als voorbeelden noemt.
Gek genoeg, want de onderzoekers zelf zouden toch moeten weten dat volgens hun eigen studie juist eenzaamheid niet zoveel gewicht in de schaal legt. En dat die twee factoren samen helemaal niet roken van zijn bedenkelijke troon stoten als ergste oudmaker.
Waardeer dit artikel!
Vond je dit artikel interessant? Met een kleine bijdrage steun je mijn journalistieke werk en help je deze site in de lucht te houden!
Hoe zit de planeet onder onze voeten in elkaar? Die vraag is nog best lastig te beantwoorden. Want waar de afstand tot de aardkern bijna 6400 kilometer bedraagt, komen we met onze diepste boorgaten maar tot een kilometer of twaalf. Hoe bestuderen geologen dan wat daarónder allemaal gebeurt?
Met diamanten bijvoorbeeld. Die kunnen namelijk van honderden kilometers diep komen – en onderweg allemaal mineralen oppikken. Een bijzondere combinatie van zulke mineralen laat nu zien dat de aarde ‘waterig’ is op een diepte van 660 kilometer, melden Amerikaanse en Italiaanse wetenschappers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.
Tien jaar geleden ontdekten natuurkundigen het higgsboson: het laatste deeltje waarvan we eigenlijk wel wisten dat het moest bestaan, maar dat nooit eerder experimenteel was aangetoond. Een mijlpaal van jewelste, waarvan het jubileum afgelopen zomer feestelijk werd gevierd. Veel minder aandacht kreeg ondertussen een artikel dat verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Terwijl dat toch óók de ontdekking van een higgsdeeltje aankondigde. Een ‘axiaal’ higgsboson, om precies te zijn.
Alsof een extra higgsdeeltje nog niet genoeg is, zou dit deeltje bovendien de weg kunnen wijzen naar de oplossing van misschien wel het heetste hangijzer uit de natuur- en sterrenkunde: het donkerematerieprobleem. Vijf zesde van het heelal lijkt te bestaan uit deeltjes die we niet kunnen zien, maar die met hun zwaartekracht wel hun omgeving beïnvloeden. En nu had een Amerikaans team van wetenschappers een deeltje ontdekt dat daar een verklaring voor zou kunnen bieden! Waar is de champagne, mensen?