2021 was het jaar waarin ons tweede kind werd geboren – wat natuurlijk ten koste ging van behoorlijk wat leestijd. Best trots dat het me toch is gelukt een dikke vijftig boeken en strips te lezen (waaronder een paar van ruim duizend pagina’s). Mijn favorieten.
Categorie: Sterrenkunde
Met een pandemie die nog steeds over de wereld raast en het nieuwste, nog pessimistischere klimaatrapport van het IPCC in het achterhoofd is het niet vreemd als je bent gaan twijfelen over de toekomst van de mens op aarde. Hoelang kunnen we hier nog rondwandelen voordat een of andere ramp ons de das om doet?
De oplossing, volgens grote namen als Stephen Hawking en Elon Musk: onze soort verspreiden over meerdere planeten. Te beginnen met Mars, maar hopelijk komen daarna ook verdere bestemmingen binnen bereik – liefst zelfs buiten ons eigen zonnestelsel. Want hoe groter het gebied waarover de mensheid is verdeeld, hoe kleiner de kans dat één megaramp onze hele soort de kop kost.
Alleen: hoelang gaat het minimaal duren voor we zover zijn? Dat hebben Jonathan Jiang en Kristen Fahy van het NASA-lab JPL in Californië en de gepensioneerde ingenieur Philip Rosen proberen uit te rekenen.
Lees het hele artikel op de site van KIJK (of bestel KIJK 10/2021; daar staat het stuk netjes opgemaakt in).
Overigens vond ik het zelf heel stoer een reactie los te hebben gepeuterd van natuurkundige en sciencefictionschrijver David Brin, die ook over SETI heeft gepubliceerd.
Eén van de taken van Marsrover Perseverance is monsters verzamelen – niet om die zelf te onderzoeken, maar om ze veilig te stellen voor een toekomstige missie die ze moet gaan ophalen. Zoals we eerder schreven, mislukte begin augustus de eerste poging. Inmiddels is het wél gelukt twee samples uit een Martiaans rotsblok te halen, zo meldt NASA.
Ook wat betreft Ingenuity, de onbemande helikoper die Perseverance vergezelt, is er goed nieuws te melden. Waar dit apparaatje van minder dan 2 kilogram aanvankelijk vijf vluchten zou maken, staat de teller nu al op twaalf. Inmiddels heeft de NASA dan ook besloten dit deel van de missie voor onbepaalde tijd te verlengen.
Lees het hele bericht op de site van de Nederlandstalige New Scientist!
Toch geen meer onder zuidpoolijs Mars?
‘Voor het eerst hebben onderzoekers een significante hoeveelheid vloeibaar water gevonden op Mars’, schreef New Scientist in juli 2018. ‘Anderhalve kilometer onder het ijs van Mars’ zuidpool schuilt waarschijnlijk een 20 kilometer brede zoutwaterlaag.’
Dat bleek toen uit radarmetingen van het instrument MARSIS, aan boord van de Europese sonde Mars Express. De radiogolven die werden teruggekaatst door het spul onder het zuidpoolijs waren sterker dan verwacht. En dat zou duiden op de aanwezigheid van vloeibaar water.
Een nieuwe analyse van MARSIS-data laat echter zien dat er op allerlei andere plekken óók sprake was van zulke sterke gereflecteerde radiogolven. Inclusief plekken waar het toch echt te koud lijkt voor vloeibaar water in wat voor vorm dan ook.
Lees het hele bericht op de site van New Scientist.
In eerste instantie lijkt het moeilijk om twee dingen te bedenken die meer van elkaar verschillen dan een zwart gat en een atoom. De lichtste zwarte gaten die we tot nu toe hebben ontdekt, zijn nog altijd een paar keer zo zwaar als onze eigen zon, de zwaarste exemplaren hebben een tientallen miljarden keren grotere massa. Een waterstofatoom weegt een triljard keer zo weinig als een korreltje zand. Wat kan het een dan met het ander gemeen hebben? Nou, best wel wat, zeggen natuurkundige Taishi Ikeda van de Sapienza-universiteit in Rome en collega’s. Zij zien een intrigerende overeenkomst tussen enerzijds zwarte gaten en hun omgeving, en anderzijds een atoomkern of molecuul omringd door elektronen. En daarmee hopen ze nieuwe deeltjes op het spoor te komen.
Lees het volledige artikel op de site van KIJK. Niet de makkelijkste Far Out-aflevering om te schrijven; hoop dat ie een beetje werkt.
Al sinds de jaren vijftig speculeren natuurkundigen over het bestaan van spiegeldeeltjes. Van zulke deeltjes zouden we hier op aarde nauwelijks iets van merken, maar in neutronensterren is het mogelijk een heel ander verhaal. Het binnenste van deze compacte overblijfselen van zware sterren kan namelijk langzaam veranderen in zogenoemde spiegelmaterie, schrijven theoretisch natuurkundige Zurab Berezhiani van de Italiaanse Universiteit van L’Aquila en collega’s in een onlangs online geplaatst artikel. En met name voor de zwaargewichten onder de neutronensterren is dat geen goed nieuws.
Lees het hele stuk op de site van New Scientist.
85 procent van de massa in ons heelal lijkt te bestaan uit donkere materie: deeltjes die we niet kunnen zien, maar die met hun zwaartekracht wel hun omgeving beïnvloeden. Eén hypothetisch deeltje waar deze donkere uit zou kunnen bestaan, is het axion. Een team van vier Amerikaanse natuurkundigen stelt nu dat deze deeltjes weleens de oorzaak zouden kunnen zijn van een overschot aan röntgenstraling afkomstig van neutronensterren. Anderen zijn niet overtuigd.
Als een zware ster ‘overlijdt’, laat ie een zwart gat achter – en volgens onze huidige theorieën kunnen zulke gaten maximaal 45 keer zoveel wegen als onze zon. De twee LIGO-detectoren in de VS en de Europese detector Virgo bij Pisa in Italië hebben echter zwaartekrachtsgolven gezien, afkomstig van twee samensmeltende zwarte gaten met massa’s die daarboven liggen. De vraag is nu hoe zulke gaten hebben kunnen ontstaan.
Als wetenschappers ergens zeker van zijn, is het wel dat de waarde van het getal pi overal en altijd hetzelfde is. Deel de omtrek van een cirkel door de diameter, en je krijgt 3,14159 – gevolgd door nog een oneindig lange rij cijfers achter de komma, waarvan er inmiddels enkele biljoenen zijn uitgerekend. Met dat in het achterhoofd klinkt het plan van natuurkundige Carl-Johan Haster in eerste instantie vrij onzinnig: laat pi variëren tussen -20 en 20, en kijk welke waarde het beste werkt.
Nu rekent Haster niet met omtrekken en diameters van cirkels, maar met zwaartekrachtsgolven. Oftewel: de trillingen in de ruimtetijd die volgens Einsteins algemene relativiteitstheorie bijvoorbeeld ontstaan als twee zwarte gaten samensmelten. Zo’n trilling laat zich namelijk omschrijven door een fikse formule die onder meer pi bevat. Door te kijken of de waarde van pi waarbij de formule de trilling het best omschrijft ook overeenkomt met de wiskundige waarde van pi, check je in feite of de relativiteitstheorie wel klopt. Stel immers dat een pi van, zeg, 14,75465 veel beter werkt dan eentje van 3,14159 – dan moet er wel iets mankeren aan die theorie.
Lees de nieuwe Far Out op de site van KIJK of in het net verschenen augustusnummer van het blad. (Overigens had die bladversie als oorspronkelijke kop mijn absolute dieptepunt als koppenbedenker: ‘Einstein op de pi-jnbank.’ Gelukkig had de redactie een beter idee.)
Sinds september 2015 meten we met enige regelmaat zwaartekrachtsgolven: trillingen in de ruimtetijd, veroorzaakt door bijvoorbeeld twee zwarte gaten die samengaan. Probleem is alleen dat je daar detectors voor nodig hebt met kilometerslange tunnels. Kan het ook anders? Ja, denken natuurkundigen Sougato Bose van University College London, Anupam Mazumdar van de Rijksuniversiteit Groningen en collega’s. Door slim gebruik te maken van minuscule diamantjes verwachten zij een detector voor zwaartekrachtsgolven te kunnen bouwen die op een eettafel past.
Lees het hele artikel op de site van New Scientist.
Wel grappig: in 2017 schreef ik voor De Ingenieur een artikel over nv-centra in diamant als meetmethode voor magnetische velden, daarvóór schreef ik twee features voor KIJK over zwaartekrachtsgolven – maar had nooit gedacht dat die twee onderwerpen ooit bij elkaar zouden komen in één stuk.