De meest speculatieve deeltjes die ik behandelde in mijn tweede boek, De deeltjessafari, waren wel de spiegeldeeltjes (hoofdstuk 7). Heel in het kort houden die in dat elk deeltje een ‘spiegelpartner’ krijgt. En al die nieuwe deeltjes zouden niet alleen het donkere-materie-probleem kunnen oplossen, maar ook een veelheid aan andere verschijnselen kunnen verklaren.
Althans, volgens spiegeldeeltjesproponent Robert Foot, die in het verleden onder meer de Toengoeska-explosie en het mysterieuze vertragen van de Pioneer-sondes aan deze deeltjes heeft geweten. Dankzij dat soort spectaculaire verhalen waren het juist deze deeltjes die ter sprake kwamen in interviews die ik destijds gaf over De deeltjessafari – terwijl ik toch in mijn boek duidelijk aan had gegeven dat ze met een flinke korrel zout moesten worden genomen.
Dat gezegd hebbende: Foot is geen crackpot. Wat maar weer eens blijkt uit zijn nieuwste artikel op de preprint-server ArXiv.org, waarin hij stelt dat op korte termijn kan worden aangetoond of zijn spiegeldeeltjes nu wel of niet bestaan. En vooral dat laatste spreekt boekdelen. Als een natuurkundige zo fair is om te zeggen ‘als je dat-en-dat vindt, geef ik mijn idee op’, heb je iemand te pakken die in elk geval niet zijn lievelingsmodel tot in het oneindige blijft tweaken om het maar op tafel te houden.