In het nieuwe nummer van Skepter, het tijdschrift van stichting Skepsis: mijn artikel ‘Tussen wegwuiven en opkloppen’, over de gevolgen van de kernramp van Tsjernobyl.
Categorie: Overige wetenschap
Oké, of je hem uit je hoofd in alle details zou kunnen natekenen, is de vraag. Maar bij het woord ‘wereldkaart’ komt er waarschijnlijk toch een vrij duidelijk plaatje bij je naar boven. Links Amerika. Europa en Afrika in het midden. Rechts Azië, met daaronder Australië. En voor de rest vooral veel blauw. Het is moeilijk voor te stellen dat het ook anders zou kunnen.
Toch kijk je naar niet meer dan een momentopname – althans, als je de bril van een geoloog opzet. De continenten van onze planeet zijn continu in beweging. Met een tempo van een paar centimeter per jaar.; dat wel. Maar als dat honderden miljoenen jaren zo doorgaat, tikt dat toch aan. En dus ziet de wereldkaart van de verre toekomst er heel anders uit dan die in je Bosatlas.
Maar hóé ziet die wereldkaart er dan uit? Daar zijn wetenschappers het minder over eens dan je zou denken. De meesten zeggen: we bewegen toe naar een nieuw supercontinent. Oftewel: alle huidige werelddelen op elkaar geprakt, omringd door een oceaan die de hele rest van de planeet bedekt. Maar hoe die continenten op elkaar zullen botsen en waar dat megacontinent te vinden zal zijn, daarover zijn de meningen verdeeld. En hoe verschilt een wereld met maar één groot stuk land van de onze?
De betreffende editie van Quest is hier te bestellen.
Op proefles bij Joël Broekaert
‘In dit boek ga ik je leren proeven’, belooft culinair journalist Joël Broekaert aan het begin van Proefles. Inderdaad komt hij met een aantal experimentjes dat daarop aanstuurt, zoals: sabbel net zo lang op een stukje witbrood totdat je iets lichtzoets proeft. Of: leg een plukje gestoomde makreel op een zongedroogde tomaat om de hartige smaak umami een boost te geven. Interessant natuurlijk – maar had het boek niets anders bevat dan dit soort proefproefjes, dan hadden we ons exemplaar met alle liefde doorgestuurd naar een tijdschrift als Foodies of delicious.
Lees mijn hele recensie van Proefles op de site van New Scientist.
Stel je een prehistorische vrouw voor. Hoe ziet ze eruit? Is ze gedrongen en draagt ze een of ander lomp dierenvel? Of zie je juist een wulpse dame in een weinig verhullende bikini met rafelige randjes?
En wat doet ze? Past ze thuis op een grote schare kinderen, terwijl manlief met zijn stamgenoten een mammoet achtervolgt of sprint ze zelf met een speer door het oerlandschap?
Hoe vrouwen er enkele tienduizenden jaren geleden bij liepen en wat ze deden, is lange tijd een ondergeschoven kindje geweest binnen de archeologie. Toen het vakgebied in de negentiende eeuw werd ‘uitgevonden’, waren het de mannen die de toon zetten. En omdat destijds vrouwen nog grotendeels waren veroordeeld tot een bestaan binnenshuis, namen die eerste generaties archeologen voetstoots aan dat dat in de ‘oertijd’ ook wel zo was. Om zich vervolgens vrijwel alleen maar op de mannen te richten.
De laatste decennia is dat beeld aan het kantelen. Deels doordat de archeologie allang geen mannenaangelegenheid meer is, deels doordat moderne technieken ons dingen over het verleden kunnen vertellen waar we eerder alleen maar naar konden gissen. Hierdoor kunnen we met een frisse blik kijken naar de prehistorische vrouw en haar takenpakket.
Lees een wat langer voorproefje op de site van Quest – en het hele artikel in Quest 1/2023, hier te bestellen.
Jaren-vijftig-gezinnetje
Ben er stiekem best wel een beetje trots op. Het is zo’n verhaal dat al een tijdje op mijn lijstje stond, vooral om wat ideeën aan te pakken die in en buiten de wetenschap de ronde doen. Zoals dat eeuwige ‘mannen jaagden, vrouwen verzamelden’, dat dan volgens (bepaalde) evolutionair-psychologen ook meteen allemaal hedendaagse verschillen tussen man en vrouw verklaart. In werkelijkheid was ‘de oertijd’ een stuk gevarieerder dan je op basis van dit soort clichés zou denken. (Zie ook Het begin van alles van David Graeber en David Wengrow.) De hele wereld leefde heus niet als een oerversie van een geïdealiseerd jaren-vijftig-gezinnetje (of de negentiende-eeuwse variant daarop).
Oneindigheid en een virologenleven
Meestal ben ik maar matig enthousiast over populairwetenschappelijke documentaires, maar A Trip to Infinity bleek een indrukwekkend, gevarieerd én informatief spektakel over een toch vrij abstract begrip. Lees mijn recensie hier of in het decembernummer van de Nederlandstalige New Scientist.
Bij de Marion Koopmans-biografie Viroloog in een veranderende wereld, opgetekend door haar zoon Mischa Huijsmans, had ik eerst zo mijn reserves, maar uiteindelijk vond ik het boek toch de moeite waard. Mijn recensie is hier vast te lezen en staat ook in het binnenkort te verschijnen januarinummer van New Scientist.
Of Koopmans & zoon ook mijn jaarlijstje halen? Houd deze site de komende weken in de gaten…
“Een AI heeft zojuist op eigen houtje een alternatieve natuurkunde ontdekt.” Dat kopte de site ScienceAlert onlangs. Schromelijk overdreven, helaas. Wat dit algoritme wél heeft gedaan, vertel ik je in de nieuwe KIJK. (Oké, niet meer splinternieuw. ’t Was weer eens druk hier.)
In hetzelfde nummer: artikelen over onder meer bacteriën die energie opwekken en een vergeten concurrent van Einsteins algemene relativiteitstheorie. Plus: de winnaars van het Beste Tech-Idee van 2022. (Een wedstrijd die ik trouwens bedacht heb, toen ik nog in vaste dienst was bij het tijdschrift! Leuk dat het een blijvertje is gebleken.)
Het decembernummer van KIJK is hier te bestellen, binnen Nederland zonder verzendkosten.
Historische spanningen
Daarnaast ligt nu de Koude Oorlog-special van het tijdschrift in de winkel. (Abonnees kregen hem gratis bij het bovenstaande nummer.) Ingegeven door de nieuwe spanningen tussen Rusland en het Westen, maar met een historische invulling. Wat voor mij – ik deed de technische eindredactie – prima was. Mijn geheugen gaat maar terug tot Gorbatsjov en Reagan; van wat zich daarvoor allemaal afspeelde, wist ik schrikbarend weinig. Goed dus om daar eens 116 pagina’s aan artikelen over onder ogen te krijgen.
De Koude Oorlog-special is hier te bestellen, ook weer zonder verzendkosten binnen Nederland.
Wat bepaalt hoe snel je lichaam veroudert? Op die vraag doken Amerikaanse en Chinese onderzoekers door te kijken naar de gegevens van bijna 12.000 Chinezen. Hun conclusies, gepubliceerd in het tijdschrift AgingUS: psychologische factoren, zoals hoe eenzaam je je voelt of hoe angstig je bent, hebben bij elkaar genomen een groter effect op je biologische leeftijd dan bijvoorbeeld roken. Andere wetenschappers plaatsen daar echter hun vraagtekens bij.
Lees het hele bericht op de KIJK-site.
Eenzaamheid niet zo belangrijk
De kop daar, ‘Angst en eenzaamheid doen je sneller verouderen dan roken’, is trouwens niet van mijzelf. (Maar die van mij was te saai, dus ik snap dat er iets anders boven is gezet.) Zoals ik in het stuk uitleg, winnen psychologische factoren het sowieso alleen van roken als je ze bij elkaar optelt – iets wat volgens de geciteerde hoogleraar Andrea Maier niet zomaar mag. Afzonderlijk (of met twee bij elkaar genomen) hebben ze allemaal minder effect dan roken.
In het wetenschappelijke artikel is bovendien te zien wélke psychologische factoren dan het meest bijdragen aan je biologische leeftijd (tabel 3, pagina 6). En dan blijkt eenzaamheid – verrassend genoeg – een van de minst belangrijke.
Vaak angstig zijn is wel een grote factor, net als weinig hoop ervaren of je zelden gelukkig voelen. (Maar ja, die laatste variabele lijkt mij dan weer een goed voorbeeld van waar Maier op doelt in haar kritiek: dat de genoemde psychologische factoren niet onafhankelijk van elkaar zijn. Als je hopeloos en bang bent, zul je je in de regel ook niet erg gelukkig voelen.) En rusteloze nachten hebben van alle bekeken psychologische factoren de grootste impact op je biologische leeftijd.
De ergste oudmaker
Maar goed, er staan aanhalingstekens rond de kop, wat mediataal is voor: ‘Dit wordt gezegd, we zijn het er niet per se mee eens.’ (Zo gebruik ik ze zelf ook, al piept er dan altijd wel een klein stemmetje: maar snapt iedere lezer dat wel?) En het persbericht over het onderzoek heeft het in zijn eigen kop over being lonely and unhappy – twee factoren die ook de abstract van het wetenschappelijk artikel als voorbeelden noemt.
Gek genoeg, want de onderzoekers zelf zouden toch moeten weten dat volgens hun eigen studie juist eenzaamheid niet zoveel gewicht in de schaal legt. En dat die twee factoren samen helemaal niet roken van zijn bedenkelijke troon stoten als ergste oudmaker.
Waardeer dit artikel!
Vond je dit artikel interessant? Met een kleine bijdrage steun je mijn journalistieke werk en help je deze site in de lucht te houden!
Hoe zit de planeet onder onze voeten in elkaar? Die vraag is nog best lastig te beantwoorden. Want waar de afstand tot de aardkern bijna 6400 kilometer bedraagt, komen we met onze diepste boorgaten maar tot een kilometer of twaalf. Hoe bestuderen geologen dan wat daarónder allemaal gebeurt?
Met diamanten bijvoorbeeld. Die kunnen namelijk van honderden kilometers diep komen – en onderweg allemaal mineralen oppikken. Een bijzondere combinatie van zulke mineralen laat nu zien dat de aarde ‘waterig’ is op een diepte van 660 kilometer, melden Amerikaanse en Italiaanse wetenschappers in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Geoscience.
Lees het hele bericht op de KIJK-site.
Hoe zorg je dat je kind niet opgroeit tot racist? Niet echt het soort vraag ik me normaal als wetenschapsjournalist op stort, maar hé: ik ben tegen racisme en ik heb kinderen, dus waarom niet?
Voor Quest Psychologie schreef ik er een artikel over, ‘Kleur voor kinderen’. De ankeiler:
Op het geboortekaartje van ons dochtertje, inmiddels vier, lieten we drukken: “Het mooiste wat je kunt worden, is jezelf.” En dat meenden we. Of ze nu kiest voor een carrière als metselaar of als astrofysicus, of ze nu wil leren zeilen of tuba spelen: onze zegen heeft ze. Maar iemand die mensen met een andere huidskleur lager aanslaat en buitensluit, nee, zó iemand mag ze wat ons betreft dan weer niet worden. Alleen: wat doen we om dat te voorkomen? Weinig, zo realiseerde ik me. Waarom eigenlijk, als racisme ons toch zo tegenstaat? En hoe zou het beter kunnen?
Het artikel zelf vind je in Quest Psychologie 3/2022 – alweer het vórige nummer op het moment van schrijven, maar ik kreeg het afgelopen week pas in handen. De editie is wel nog hier online te bestellen.
Voor wie meer wil wten, is het boek Opvoeden in kleur van Judi Mesman een aanrader, dat me op het spoor naar dit artikel zette.
Grappig trouwens dat ik niets op het artikel heb teruggehoord, bijvoorbeeld van de anti-woke-brigade. Of de redactie heeft besloten me de boze mailtjes te besparen, of ik heb het verhaal dicht genoeg bij mezelf gehouden om niet als al te prekerig over te komen.
Een calorie is een calorie, zou je zeggen. Of je hem nu ’s ochtends of ’s avonds binnenkrijgt, hij vertegenwoordigt dezelfde hoeveelheid energie. Of ligt het toch niet zo simpel? Er zijn ook allerlei aanwijzingen dat het tijdstip waarop je je grootste maaltijd van de dag eet wel degelijk uitmaakt. Bijvoorbeeld als je probeert af te vallen.
Een nieuw onderzoek, geleid door Alexandra Johnstone, hoogleraar menselijke eetlustcontrole aan de Universiteit van Aberdeen, concludeert nu: nee, als je stevig ontbijt, verbrand je niet meer calorieën dan wanneer je stevig dineert. Tegelijkertijd kan het nog steeds handig zijn om je calorieën vooral ’s ochtends binnen te krijgen. Hoe zit dat?
Lees het hele bericht op de KIJK-site!