Al sinds de jaren vijftig speculeren natuurkundigen over het bestaan van spiegeldeeltjes. Van zulke deeltjes zouden we hier op aarde nauwelijks iets van merken, maar in neutronensterren is het mogelijk een heel ander verhaal. Het binnenste van deze compacte overblijfselen van zware sterren kan namelijk langzaam veranderen in zogenoemde spiegelmaterie, schrijven theoretisch natuurkundige Zurab Berezhiani van de Italiaanse Universiteit van L’Aquila en collega’s in een onlangs online geplaatst artikel. En met name voor de zwaargewichten onder de neutronensterren is dat geen goed nieuws.
85 procent van de massa in ons heelal lijkt te bestaan uit donkere materie: deeltjes die we niet kunnen zien, maar die met hun zwaartekracht wel hun omgeving beïnvloeden. Eén hypothetisch deeltje waar deze donkere uit zou kunnen bestaan, is het axion. Een team van vier Amerikaanse natuurkundigen stelt nu dat deze deeltjes weleens de oorzaak zouden kunnen zijn van een overschot aan röntgenstraling afkomstig van neutronensterren. Anderen zijn niet overtuigd.
Muziekjaarlijstje! Ja, totaal offtopic voor deze site, maar ik heb wel tientallen albums voor moeten luisteren om tot deze selectie te komen, dus ik wil hem toch érgens parkeren. Doe er je voordeel mee.
Op het moment luidt het advies van de overheid om, met het oog op het coronavirus, zo min mogelijk te reizen. Maar stel dat je toch een keer met iemand anders in een auto zit. Hoe maak je dan de kans zo klein mogelijk dat de ene inzittende via de lucht de andere besmet? Welke raampjes zet je open, welke niet? Op die vraag besloot natuurkundige Varghese Mathai (Universiteit van Massachusetts-Amherst) zich samen met een paar collega’s te storten. Eerst deed Mathai computersimulaties van de luchtstromen in een personenauto. Vervolgens verifieerde hij die met zijn team in het echt, met een testauto, een rookgenerator en een flow wand: een stokje met een draadje eraan.
Het commentaar van de niet bij het onderzoek betrokken wetenschapper is trouwens redelijk vernietigend. Gevalletje van: had ik dat op voorhand geweten, dan had ik de hele studie terzijde geschoven. Then again, er valt ook wat voor te zeggen om zo’n matig onderzoek wél te behandelen, met alle haken en ogen. Als alleen de kritiekloze persberichtovertikkers onder de journalisten ergens over publiceren en de mensen die een slag dieper gaan steevast denken ‘laat maar’ zo gauw het bewijs aan de dunne kant is, dan staan er uiteindelijk alleen maar juichverhalen op internet over zo’n studie.
Mannen jagen, vrouwen verzamelen. Tienduizenden jaren lang zou dat dé rolverdeling zijn geweest onder mensen. Vaak wordt dat gegeven aangehaald door evolutionair psychologen die verschillen tussen hedendaagse mannen en vrouwen willen verklaren. Nieuw onderzoek van antropoloog Randy Haas van de Universiteit van Californië te Davis en collega’s maakt echter aannemelijk dat, in elk geval in het Amerika van zo’n tienduizend jaar geleden, vrouwen ook gewoon meededen aan de jacht op groot wild.
Wie kent hem niet: de kat van Schrödinger? Dit arme dier zit opgesloten in een doos met een duivelse uitvinding die het beest op een willekeurig, niet te voorspellen moment een dodelijk gif kan toedienen. Buiten de doos is er geen manier om te weten of dat al is gebeurd. Daardoor zou het beroemde poezenbeest volgens de quantummechanica dood en levend tegelijk moeten zijn. Tenminste, zolang je de doos dicht laat. Til je het deksel op, dan zie je ofwel een dode, ofwel een levende kat.
De bedenker van dit macabere gedachte-experiment was de Oostenrijkse natuurkundige Erwin Schrödinger. Die dacht overigens niet écht dat je huisdieren in een ongewisse toestand van levend en dood kunt brengen. Integendeel: met zijn bedenksel wilde hij juist illustreren hoe bizar de quantummechanica eigenlijk is. Natúúrlijk is die kat of levend of dood, ook voordat je een blik in de doos werpt. Maar waarom eigenlijk?
Eén wetenschapper die daar zo zijn ideeën over heeft, is de Brit Roger Penrose. Onlangs won die de Nobelprijs voor de natuurkunde voor zijn werk aan zwarte gaten, maar hij heeft in de loop der jaren ook de nodige andere – soms behoorlijk speculatieve – ideeën gelanceerd. Een daarvan kan mogelijk verklaren waarom er geen zombiekatten-in-dozen zijn. En nu is natuurkundige Sandro Donadi van het Frankfurt Institute for Advanced Studies er met collega’s in geslaagd dat idee te checken met een experiment – een écht experiment, welteverstaan.
Als een zware ster ‘overlijdt’, laat ie een zwart gat achter – en volgens onze huidige theorieën kunnen zulke gaten maximaal 45 keer zoveel wegen als onze zon. De twee LIGO-detectoren in de VS en de Europese detector Virgo bij Pisa in Italië hebben echter zwaartekrachtsgolven gezien, afkomstig van twee samensmeltende zwarte gaten met massa’s die daarboven liggen. De vraag is nu hoe zulke gaten hebben kunnen ontstaan.
Het RIVM en de Nederlandse overheid hebben nog steeds weinig op met mondkapjes als manier om het coronavirus onder controle te krijgen. Toch worden ze in grote delen van de wereld wel degelijk gezien als een van de belangrijkste wapens in de strijd tegen de pandemie. Alleen: als iedereen dagelijks wegwerpkapjes gebruikt, levert dat wel een flinke berg afval op. Bovendien, zo stelt de Technische Universiteit Lausanne in een persbericht, zouden gebruikte mondkapjes op straat of in prullenbakken een besmettingsrisico kunnen vormen. Daarom bedachten Endre Horváth, László Forró en collega’s een alternatief: een herbruikbaar kapje dat de ziekteverwekkers die erin belanden doodmaakt.
Met onze tong kunnen we voor zover bekend vijf smaken proeven: zoet, zout, zuur, bitter en umami (‘hartig’). Maar hoe gaat dat in zijn werk? Horen er bij elke basissmaak zogenoemde smaakreceptorcellen die alleen die smaak herkennen? Nee, zo was al eerder bekend: er is één celtype dat ofwel bitter, ofwel zoet, ofwel umami kan proeven, terwijl een ander type cel zowel zuur als zout herkent. Nu blijkt echter dat er ook nóg multifunctionelere cellen zijn: die kunnen zowel bitter, als zoet, als umami, als zuur detecteren.
Leuk onderwerp om eens in te duiken; jammer dat de bezoekers van de New Scientist-site er niet bijster in geïnteresseerd zijn, getuige de cijfers. Volgende keer dan toch maar weer iets met zwarte gaten of neutrino’s of zo.