Categorieën
Overige wetenschap

‘De meeste nierpatiënten overlijden aan hart- en vaatziekte’

Dat er een sterke link is tussen hart en nieren, is allesbehalve nieuws. Al in de Innerlijke Canon van de Gele Keizer, een Chinees medisch boekwerk uit de eerste eeuw voor Christus, is te lezen dat nierproblemen tot hartproblemen kunnen leiden, vertelt prof. dr. Martin de Borst (UMC Groningen). ‘Dat is dus iets wat we al duizenden jaren weten. Toch zouden cardiologen en nefrologen elkaar op bepaalde punten nog wat beter kunnen vinden.’

Een belangrijk verband tussen beide vakgebieden is dat nierpatiënten veel meer risico lopen op hart- en vaatziekten. ‘Sterker nog, de meeste nierpatiënten overlijden niet aan het nierfalen zelf, maar aan hart- en vaatziekten’, zegt De Borst. ‘En terwijl die in de algemene bevolking door de bank genomen steeds beter te behandelen zijn, vormen ze bij nierpatiënten nog altijd een groot probleem.’

Volgens de hoogleraar zal nierschade rond 2040 zelfs wereldwijd de vijfde doodsoorzaak zijn. Bovendien kost de aandoening de Europese bevolking meer geld dan diabetes en kanker. ‘Dat zit hem deels in dialysebehandelingen, die een ton per patiënt per jaar kosten, maar deels ook in dat sterk verhoogde risico op hart- en vaatziekten.’

Lees het hele artikel (wel een gratis account nodig) op de site van De Cardioloog.

Categorieën
Sterrenkunde

Wat is de vorm van ons heelal?

Oké, het is een wat gedateerde vergelijking, maar voor de veertigplussers (en de retro-gamers) onder ons: vroeger had je van die computerspelletjes waarbij je, als je je poppetje of ruimtescheepje rechts het scherm uit stuurde, het links weer in beeld verscheen – en vice versa.

Anno 2024 zul je zoiets in een game niet vaak meer tegenkomen, maar, raar maar waar: het zou best kunnen dat ons heelal wél zo werkt. Misschien zelfs in drie dimensies. Om in computerspeltermen te blijven, moet je dan denken aan een blokvormig scherm waarvan de linkerkant aan de rechterkant is gekoppeld, de bovenkant aan de onderkant, en de voorkant aan de achterkant.

Nu nemen veel wetenschappers al jaren aan dat dat níét het geval is. Eerder onderzoek wist namelijk geen tekenen van dat soort aan elkaar geknoopte dimensies bloot te leggen. Maar dat betekent niet dat ze er niet zijn, schrijven theoretisch natuurkundige Yashar Akrami en collega’s nu in een nieuw wetenschappelijk artikel. We hebben bij lange na niet alle mogelijkheden bekeken.

Lees het hele artikel – eerder verschenen in KIJK 8/2024 – nu op de KIJK-site.

Categorieën
Sterrenkunde

‘Zouden bewoners van Mercurius slimmer zijn dan wij?’

Waar gaat Cosmotheoros over?

‘Christiaan Huygens vraagt zich in dit boek af: hoe bijzonder zijn wij hier op aarde nou eigenlijk? Andere sterren zijn ook gewoon zonnen, schrijft hij – iets wat in zijn tijd nog een groot discussiepunt was – en daar zullen dus ook planeten omheen bewegen. Waarom zou daar dan niet ook leven zijn? En als er leven is, hoe waarschijnlijk is het dan dat het om intelligent leven gaat?

Ook denkt hij na over leven elders in ons eigen zonnestelsel. Hij schrijft bijvoorbeeld dat eventuele bewoners van Mercurius het heel warm zouden hebben. Vervolgens speculeert hij of die dan ook slimmer zouden zijn dan wij, omdat hun hersenen door die warmte sneller kunnen werken.’

Inmiddels hebben we duizenden exoplaneten ontdekt en weten we dat er geen hyperintelligente wezens op Mercurius zijn. Hoe interessant is Cosmotheoros dan nog?

‘Alles wat Huygens schrijft, leidt hij af uit wat hij weet. Hij blijft heel dicht bij de realiteit en denkt heel helder en logisch over de natuurkunde. Daardoor staat er vrij weinig in zijn boek dat echt niet klopt. Wel denkt hij bijvoorbeeld dat Saturnus van rots is gemaakt, terwijl we nu weten dat het een gasplaneet is. Maar hij realiseert zich ook dat het op Saturnus te koud is voor vloeibaar water, waardoor er, wil er leven voorkomen, ‘water van een andere soort’ zal moeten zijn. Alles bij elkaar komt Huygens in dit boek over als iemand met wie je een heel interessant gesprek zou kunnen voeren.’

Lees het hele interview met Daphne Stam over haar vertaling van Cosmotheoros op de site van New Scientist of in het nieuwe nummer. (Editie 125 alweer. Kan me herinneren dat ik me bij het maken van nummer 75 – toen ik nog eindredacteur van het blad was – afvroeg of we de 100 ooit zouden halen…)

Meer info over het boek op de site van uitgeverij Boom.

Omslag Cosmotheoros van Christiaan Huygens, vertaald door Daphne Stam

Categorieën
Natuurkunde

Uitstel ITER minder dramatisch dan het lijkt

Dat was even slikken voor de kernfusievoorstanders en even gniffelen voor de sceptici: de internationale reactor ITER, die al decennialang wordt geplaagd door vertragingen en kostenoverschrijdingen, krijgt te maken met nóg meer uitstel. Niet in 2025, maar in 2034 zal daar voor het eerst een plasma in worden gebracht. Een flinke tegenvaller natuurlijk – maar de nieuwe ITER-vertraging is ook weer minder onverwacht en ernstig dan-ie lijkt.

Voor New Scientist schreef ik een opiniestuk waarin ik het uitstel van de experimentele fusiereactor ITER, in aanbouw in Zuid-Frankrijk, in perspectief plaats. Lees het hier (achter de betaalmuur) of in het net verschenen nieuwe nummer. Meer weten over kernfusie? Schaf mijn boekje De fusiedroom aan.

Politiek plasma

Het ITER-uitstel kwam trouwens al ter sprake in mijn dubbelinterview voor Trouw met de vertrekkende en aankomende directeur van EUROfusion, de organisatie die het Europese fusieonderzoek coördineert. Toen schreef ik:

Inmiddels is duidelijk dat ook [de deadline van 2025] niet wordt gehaald. Wanneer ITER dan wel met zijn eerste experimenten kan beginnen? Waarschijnlijk wordt het nieuwe streefjaar dit voorjaar bekendgemaakt, zeggen Fasoli en Donné. Maar feit is dus dat de reactor waar Gorbatsjov en Reagan midden in de Koude Oorlog al van droomden nóg wat langer op zich zal laten wachten.

Van belang was ook deze quote, van de vertrekkende directeur, Tony Donné:

“Het oorspronkelijke plan was om in 2025 een ‘politiek plasma’ in de reactor te hebben: een heel kortstondig plasma om te laten zien dat de machine werkt, om daarna een nieuwe bouwfase in te gaan. De huidige ITER-directeur wil van start gaan met een plasma waar je daadwerkelijk experimenten mee kunt doen.”

Kortom, ja, de ingebruikname ITER wordt – weer – uitgesteld, en met meer dan, zeg, een jaar of twee. Dat is natuurlijk een tegenvaller. Maar men heeft ook besloten een stap over te slaan die eigenlijk alleen voor de bühne was (‘Kijk, hij doet het! Oké, zet maar weer uit dat ding.’). En daardoor schuift het moment waar het écht om gaat – een plasma dat meer energie opwekt dan nodig is om het te verhitten – veel minder op dan je op het eerste gezicht zou denken.

Categorieën
Overige wetenschap

Honderd pagina’s extreme wetenschap

Ik zou het niet tot mijn hoofdactiviteit willen maken, maar ik blijk het heel leuk te vinden ‘voor erbij’: vertalen. Voor de Nederlandstalige New Scientist neem ik per nummer twee features uit de Engelse editie onder mijn hoede. Een daarvan gaat dan steevast over iets natuur- of sterrenkundigs, waarbij ik goed kan profiteren van mijn eigen kennis op die gebieden. Het andere artikel gaat – op mijn eigen verzoek – over een totaal ander onderwerp, zodat ik daar ook wat ervaring mee opdoe.

Daarnaast redigeerde ik vorig jaar een vertaalde KIJK-special met als thema De theorie van alles. Na afloop kaartte ik bij de hoofdredacteur aan dat ik de natuur- of sterrenkundige producties uit een volgende special ook wel zelf zou willen vertalen, om inhoudelijke foutjes te voorkomen. Dat liep net even anders. Uiteindelijk kreeg ik zowat de complete special over extreme wetenschap op mijn bord – waar stiekem nauwelijks natuur- en sterrenkunde in bleek te staan.

Categorieën
Overige wetenschap

AI: een verantwoorde schrijfhulp voor academici?

‘Certainly, here is a possible introduction for your topic.’ Zo luidt de eerste zin van een artikel dat onlangs verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Surfaces and Interfaces. Een duidelijker teken dat iemand een door ChatGPT geschreven tekst klakkeloos heeft overgenomen, is nauwelijks te bedenken.

Maar er zijn ook subtielere aanwijzingen dat iets een AI-schrijfsel is. Chatbots gebruiken bijvoorbeeld vaak het woord ‘delve’, en dat zie je terug in de wetenschappelijke literatuur. In artikelen die in 2020 werden geüpload naar de medische database PubMed komt ‘delve’ zo’n 350 keer voor, in artikelen uit 2023 bijna 3000 keer, zo turfde het tijdschrift Scientific American. Een andere analyse claimt dat tot 17,5 procent van de recente wetenschappelijke artikelen over informatica sporen van AI-inbreng bevat. Ook de wetenschappers die geen typische chatbot-zinnetjes laten staan in hun publicaties, zetten dit soort programma’s dus in als schrijfhulp.

Sommige onderzoekers is dat een doorn in het oog. ‘Ik heb met verbazing en ontsteltenis gezien hoe mijn Nederlandse academische collega’s op de ChatGPT-bandwagon zijn gesprongen’, zegt Iris van Rooij, hoogleraar computationele cognitieve wetenschappen aan de Radboud Universiteit. ‘Ik vind dat wetenschappers tegenwicht moeten bieden aan de AI-hype, in plaats van de grote techbedrijven te laten infiltreren in het publieke domein en wetenschappelijke processen.’

Ook taalwetenschapper Mark Dingemanse, van dezelfde universiteit, maakt zich zorgen. In verschillende stukken schrijft hij dat het gebruik van tekstgeneratoren als ChatGPT zich moeilijk laat rijmen met de kernwaarden die Nederlandse onderzoekers zouden moeten aanhangen volgens de gedragscode wetenschappelijke integriteit: eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie, onafhankelijkheid en verantwoordelijkheid. Hebben ze een punt?

Lees het hele artikel, geschreven voor het AI-themanummer van het tijdschrift Skepter, nu op de site van Stichting Skepsis!

Interessant? Bestel dan het hele nummer, of word donateur of abonnee.

Categorieën
Sterrenkunde

Poolster geeft geheimen prijs

Met het blote oog zijn de sterren niet meer dan minuscule lichtpuntjes aan de nachtelijke hemel. Maar tegenwoordig kunnen astronomen, door het licht van verschillende telescopen te combineren, daadwerkelijk details zien op het oppervlak van sterren die niet al te ver van ons vandaan staan. Uit nieuw onderzoek van Harvard-astronoom Nancy Evans en collega’s blijkt nu dat de Poolster, die zeelieden al eeuwenlang gebruiken bij het navigeren, vlekken op zijn oppervlak heeft. Een indrukwekkende waarneming, als je bedenkt dat het oppervlak van de Poolster gezien vanaf de aarde zo klein is als een euromunt op 5000 kilometer afstand.

Lees het hele bericht op de KIJK-site.

Poolster
Beeld: Evans et al., doi: 10.3847/1538-4357/ad5e7a