De hoeveelheid grondstoffen hier op aarde is eindig – en stoffen waar we op zich niet weinig van hebben, zoals water, zijn peperduur om naar de ruimte te vervoeren. Maar door ons zonnestelsel bewegen miljoenen asteroïden, die dit soort stoffen óók bevatten. Het bedrijf Planetary Resources maakte afgelopen week een boud plan bekend om wat van die materialen te pakken te krijgen.
Maand: april 2012
Tekenfilmpje: het Higgsboson uitlegd
Mooi uitlegtekenfilmpje over deeltjesfysica, Higgs en de LHC (met dank aan Joris én Zite):
The Higgs Boson Explained from PHD Comics on Vimeo.
Zo’n vier vijfde van de massa in ons heelal zou bestaan uit donkere materie: materie die we niet zien, maar die met zijn zwaartekracht wel invloed uitoefent op het reilen en zeilen van het heelal. Een nieuwe zoektocht, gedaan door astronoom Christian Moni Bidin (Universiteit van Concepción, Chili) en collega’s, heeft echter geen tekenen van dit spul kunnen vinden in de buurt van ons zonnestelsel.
Lees het volledige bericht op de KIJK-site, sinds zojuist inclusief reactie van de Leidse sterrenkundige Koen Kuijken.
De aanloop naar Majorana-avond
Interessant leesvoer: TU Delft-voorlichter Michel van Baal schreef een flinke blogpost over zijn beleving van de aanloop naar ‘Majorana-avond’, toen het werk van Leo Kouwenhoven groot de journaals en de praatprogramma’s haalde. Ik word ook nog even genoemd:
Op Twitter stelt wetenschapsjournalist @jeanpaulkeulen meteen dat zijns inziens het door de NOS gestelde verband tussen de Majorana’s en die van de eventuele donkere materie niet klopt. Daar heeft hij gelijk in, de ontdekking van het een zegt niets over het andere. Journalist Peter van de Ploeg (@pvdp) reageert naar mij: “Ja, maar jullie suggeren het zelf.” Ik kijk nog eens naar het persbericht. Dat verband staat er strikt genomen niet, maar ik snap wel wat ze bedoelen: je kunt het inderdaad wel zo begrijpen. We hebben wellicht iets te veel geanticipeerd op de waarom-vraag: die alinea is bedoeld om uit te leggen waarom onderzoek aan Majorana’s zo interessant is. Leerpuntje voor de volgende keer.
Mijn vier tweets over de kwestie – schijnbaar zelfs voor mede-wetenschapsjournalisten nogal onbegrijpelijk – werkte ik later uit tot dit uit de kluiten gewassen blogje (overigens naar aanleiding van RTL Nieuws, niet het NOS-journaal – maar blijkbaar maakte dat dezelfde fout).
Terzijde: ik schreef zelf eind februari al over Kouwenhovens Majorana-deeltjes, maar verwijt mezelf nu dat ik dat bericht niet heb aangevuld op basis van de daadwerkelijke Science-paper en het, toen het embargo verliep, opnieuw heb gepost op de KIJK-site. Ik had simpelweg niet verwacht dat het nieuws nog zoveel aandacht zou krijgen, aangezien het een toch wel erg complex onderwerp betrof én er enkele maanden eerder al aardig wat over was geschreven. Maar blijkbaar was de combinatie van een grote Science-publicatie, kreten als “nieuw deeltje”, “donkere materie” en “quantumcomputer”, en, laten we eerlijk zijn, een flinke scheut chauvinisme, desondanks onweerstaanbaar voor de media. Dat is dan mijn leerpuntje voor de volgende keer…
Neutrino’s: sneller dan het licht gaan ze waarschijnlijk niet, maar dat weerhoudt deze vederlichte deeltjes er niet van nog steeds geregeld het wetenschappelijke nieuws te halen. Deze week doen ze dat door te laten zien dat een belangrijke verklaring voor de herkomst van kosmische stralen met enorm hoge energieën niet klopt.
Keizerpinguïns tellen is een lastige bezigheid. Onder andere komt dat doordat de vogels zich nogal eens ophouden in moeilijk bereikbare gebieden waar temperaturen van -50 graden Celsius kunnen heersen. Gelukkig is goed ingepakt met pen en kladblok alle kolonies aflopen niet de enige manier om pinguïnpopulaties in kaart te brengen; je kunt ook gebruikmaken van satellietbeelden.
How the mighty have fallen
Dit was mijn tweede column voor Gamer.nl, gepubliceerd op 8 september 2011.
Soms vraag je je het ineens af: wat is er toch met gameontwikkelaar X gebeurd, die ooit een van mijn meest geliefde spellen aller tijden bedacht? Vaak, zo blijkt, is het antwoord meer dan een tikje deprimerend.
Ik zou dit weekend eigenlijk vooral flink aan mijn boek moeten werken, maar toch even een bericht over het Majoranafermion van Leo Kouwenhoven en collega’s, dat afgelopen week zo uitgebreid werd besproken in de journaals en de praatprogramma’s.
Allereerst: echt nieuws was het Majoranaverhaal voor mij niet meer. Eerder was er namelijk al een praatje van Kouwenhoven in de VS, waar ik op 29 februari dit nieuwsbericht over publiceerde op KIJK.nl. Maar goed, nu is het dus officieel: de paper is gepeerreviewd en geplaatst in Science, wat (terecht) het startschot is gebleken voor het leeuwendeel van de media-aandacht.
En die aandacht, daar kan ik natuurlijk op zich weinig op tegen hebben. Alle interesse die bij het grote publiek wordt gewekt voor deeltjesfysica en aanpalende onderwerpen is alleen maar goed voor mijn ‘business’. Maar als je dan ziet hoe een journaal zo’n nieuwtje brengt, krijgt het toch een beetje een vies bijsmaakje. Want dan wordt het verhaal zo onhandig gebracht dat je weet dat je weer het nodige recht te zetten hebt.
Is een handgeschreven tekst beter?
Ik vraag het mezelf weleens af als ik weer eens een artikel op mijn scherm aan het componeren ben, daarbij rijkelijk gebruikmakend van delete en backspace tot alle woordjes naar mijn gevoel op de juiste plek staan: hoe beïnvloedt die manier van schrijven het eindresultaat? Hoe zouden mijn teksten anders zijn als ik ze op een ouderwetse typemachine in elkaar zou hameren, of ze zelfs volledig met de hand zou schrijven? Zou ik in het laatste geval bijvoorbeeld dieper nadenken over mijn zinnen, ze op voorhand al helemaal ‘uitformuleer’, en worden ze daar mooier van? Of zou ik genoegen nemen met minder kwaliteit omdat aanpassen zoveel meer werk kost?
Kevin Hartnett nam de proef op de som, en beschrijft zijn bevindingen en overpeinzingen:
This essay is the first piece of writing I’ve done by hand, start to finish, since 5th grade, 1992. I drafted it using a Uniball Signo pen and black notebook while sitting at my desk. I edited it in the same way. When it came time to enter the essay into the computer so that it could appear on this website, I typed it in almost exactly as I’d put it down on paper.
Sheldon Coopers warme zomeravond
Hoe begin je het eerste hoofdstuk van je eerste boek? Met een citaat uit The Big Bang Theory natuurlijk! Of toch maar niet? Hoe dan ook, hieronder mijn eerste poging tot een openingsparagraaf van mijn deeltjesboek. Een stuk tekst dat inmiddels alweer volledig vervangen is, en ach, wat kan ik anders nog doen met zo’n deleted scene dan hem hier posten?