De oogst valt wat tegen, als ik door mijn Goodreads-overzicht scrol, maar hierbij: de beste boeken die ik afgelopen jaar gelezen heb.
Maand: december 2023
Jaarlijstje: mijn favoriete albums van 2023
De disclaimer boven mijn muziekjaarlijstje van vorig jaar kan ik integraal herhalen:
Nieuwe muziek bijhouden, ik vind het maar een frustrerende bezigheid. Er wordt zo bizar veel gemaakt dat aan het eind van elk jaar tegen al die verschenen albums iets zou willen zeggen in de trant van Bilbo Baggins op zijn 111e verjaardag: “I don’t know half of you half as well as I should like; and I like less than half of you half as well as you deserve.” Ik luister me een slag in de rondte, maar uiteindelijk voelt het én alsof ik tig essentiële platen gemist heb (geef me willekeurig welk respectabel jaarlijstje en ik heb minstens drie kwart niet gehoord) én mijn aandacht alsnog over te veel verschillende platen heb uitgesmeerd om over elk iets zinnigs te kunnen zeggen.
Met dat in gedachten, hier mijn favorieten van 2023.
Atoomkern bestaat uit mini-atoomkerntjes
Google een plaatje van een atoomkern en je krijgt een bol op je scherm die is opgebouwd uit twee soorten ‘knikkers’: protonen en neutronen. Lekker helder – maar stiekem klopt er weinig van. De afgelopen decennia is er flink wat theoretisch en experimenteel bewijsmateriaal verzameld voor het idee dat zwaardere atoomkernen zijn opgebouwd uit groepjes van twee protonen en twee neutronen. Oftewel: uit kernen van het op een na lichtste element, helium. Nu heeft een internationaal team van wetenschappers zulke heliumkernen voor het eerst daadwerkelijk gezien in de kern van een beryllium-10-atoom.
Lees het hele bericht op de KIJK-site. Het artikel uit het wetenschappelijke tijdschrift Physical Review Letters waar het op gebaseerd is, vind je hier. Kom je niet langs de betaalmuur? Lees de preprint hier gratis.
Wie leest over de werkomstandigheden bij Jeff Bezos’ Amazon of Elon Musks bizarre pogingen om ‘X, voorheen Twitter’ naar zijn hand te zetten, zou het niet zeggen, maar deze twee miljardairs zijn vast van plan de mensheid redden. Niet door de problemen hier op aarde aan te pakken, maar door uit te wijken naar de ruimte. Tot nu toe bleef het bij raketten en satellieten uit de keukens van Musks SpaceX en Bezos’ Blue Origin. Maar die vormen niet meer dan de opmaat naar permanente bases in de ruimte en op Mars.
Je kunt je dan natuurlijk afvragen in hoeverre die grootse plannen technisch haalbaar zijn. Maar in haar recente boek Astrotopia kijkt Mary-Jane Rubenstein aan de Wesleyan-universiteit in Connecticut er met een heel andere blik naar.
Beetje laat, maar in het decembernummer van De Ingenieur vind je mijn interview met de Amerikaanse hoogleraar religiewetenschappen en wetenschap in de samenleving Mary-Jane Rubenstein over de religieuze ondertoon in en de wenselijkheid van de plannen van Elon Musk, Jeff Bezos en consorten.
Erg leuk om Rubenstein hierover te spreken. En, zoals zo vaak, lang niet alles wat interessant was, paste in het aantal woorden dat ik mocht aanleveren. Hopelijk kom ik er ooit aan toe om het volledige gesprek op deze site te posten. Voor nu: het nummer van De Ingenieur met het interview is hier digitaal te koop.
Het onzekerheidsprincipe voorbij
Wie zich bezighoudt met de wereld van het allerkleinste, ontkomt niet aan de quantummechanica. En een van de steunpilaren van die natuurkundige theorie is het onzekerheidsprincipe van Heisenberg. Dat zegt: je kunt van een bepaald deeltje niet tegelijk heel precies weten waar het zich bevindt en hoe snel het beweegt. In plaats daarvan moet je kiezen: hoe nauwkeuriger je de plaats meet, hoe vager de snelheid blijft – en omgekeerd.
Maar een nieuwe studie lijkt erop te wijzen dat zelfs als je de snelheid van een deeltje helemaal niet meet, je de plaats ervan toch niet zo precies kunt bepalen als je wilt. En dat kan gevolgen hebben voor hoe klein je bepaalde geavanceerde apparatuur kunt maken.
Nieuwsbericht voor Trouw, eerder deze week al op de site en vandaag ook in de krant, naar aanleiding van dit wetenschappelijk artikel, gepubliceerd in Physical Review Letters.
Pittige materie; lastig om zelf te begrijpen én om iets van te maken dat de gemiddelde krantenlezer ‘aankan’. In dit geval heb ik met pijn in het hart de hele uitleg geschrapt van aan welke voorwaarden meetbare eigenschappen moeten voldoen, wil het resultaat van het artikel opgaan.
Zijn reactoren met gesmolten zout de toekomst?
Je kunt er bijna gif op innemen. Zet een berichtje over kernenergie online en binnen een paar minuten begint er iemand in de reacties over thorium en gesmolten zout. Zouden we reactoren hebben die daarmee werken, dan zouden alle problemen waar kerncentrales nu mee kampen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Dus, hop, schouders eronder en bouwen die dingen!
Nu klinken gesmolten-zout-reactoren met thorium als brandstof inderdaad veelbelovend. Een kans op een meltdown is er niet. Het afval dat ze produceren, blijft veel minder lang radioactief. Sterker nog: je kunt ze zelfs gebruiken om het afval van reguliere kerncentrales weg te werken. En waar reguliere kerncentrales alleen worden geleverd in de maat XL, zijn kleine gesmolten-zout-reactoren heel goed mogelijk – waardoor je ze bij wijze van spreken aan de lopende band kunt produceren.
Zijn dit soort kernreactoren inderdaad de hoop voor de toekomst? En zo ja, wélke toekomst? Hebben we het hier over apparaten waar we nog decennialang op zullen moeten wachten? Of staat er, zoals de Nederlandse start-up Thorizon voor ogen heeft, over tien jaar al een eerste gesmolten-zout-reactor?
Het winternummer van KIJK – 116 pagina’s dik en met een nieuwe vormgeving – is hier online te bestellen. Ook in dit nummer: mijn Far Out-aflevering over een zoektocht naar axionen die geen donkere materie vormen, maar toch meer licht kunnen schijnen op dit probleem en mijn berichtje ‘Wanneer moet je een gevaarlijke planetoïde opblazen?’. Gaat kopen!