“Je vergeet op den duur wat een interessant verhaal is, omdat je het al eerder hebt geschreven. Maar er komen altijd nieuwe lezers bij, en die willen dat verhaal lezen.” Dat zegt de in Nederland gestationeerde Financial Times-correspondent Matt Steinglass in een interview op De Nieuwe Reporter, als rechtvaardiging voor het feit dat journalisten zoals hij vaak na een aantal jaren van standplaats moeten veranderen.
Nu is daar bij wetenschapsjournalisten geen sprake van, maar de quote raakte toch een snaar bij mij. Want ik vermoed soms ook dat lezers een verhaal willen lezen waarvan ik geen zin meer heb om het te schrijven. Omdat ik dat al eens gedaan heb. In 2004. En zoveel is er naar mijn gevoel sindsdien niet gebeurd.
Jammer voor de lezer? Of toch dan liever: jammer voor mij? Als het weer eens tijd wordt voor, zeg, een verhaal over SETI, moet ik dat dan toch maar gewoon schrijven? Voor de nieuwe lezers, zoals Steinglass zegt, maar ook voor de oude. Want die lezen stiekem best graag om de zoveel tijd opnieuw over een onderwerp waar veel bekende kanten aan zitten. Moet je de mensen dan niet gewoon maar geven wat ze willen? Is het maar een keer niet je eigen nieuwsgierigheid die wordt bevredigd. Ben je maar een keer de professional die er desondanks een sappig verhaal van maakt.