Deze week verschenen: KIJK 8/2017. Met daarin een artikel van mij dat lang op zich heeft laten wachten, over koude kernfusie of, zoals het controversiële vakgebied tegenwoordig heet: low-energy nuclear reactions of LENR. Lees een voorproefje hier.
De ontstaansgeschiedenis van dit verhaal: alweer een heel aantal jaar geleden schreef ik voor KIJK een flink artikel over kernfusie, waarin ik koude fusie in een paar kaders min of meer wegzette als onzin. Daarmee deed ik op zich niets geks; zo denkt het overgrote deel van de natuurkundigen – en zéker van de plasmafysici – over het idee dat je fusiereacties bij kamertemperatuur kan laten plaatsvinden in plaats van bij 150 miljoen graden. Meer dan leuk als het zou kunnen, maar het kan niet. Jammer maar helaas.
Desondanks komt zo’n afwijzende houding je onvermijdelijk te staan op een hoop mails van koude-fusie-enthousiastelingen, die je – soms boos, soms vriendelijk – wijzen op alle veelbelovende resultaten die zijn geboekt sinds de scheikundigen Stanley Pons en Martin Fleischmann hun resultaten bekendmaakten, de wereld daarmee een onuitputtelijke energiebron beloofden, en in de maanden erna van hun voetstuk vielen. Prima, dacht ik: als ik had geschreven dat homeopathie of creationisme onzin is, had ik ook mensen achter me aan gekregen. Hoort bij het vak.