Categorieën
Overig

‘Zoek donkere materie waar het spul nauwelijks voorkomt’

Elke maand stuur ik coördinerend redacteur Naomi een lijstje met mogelijke onderwerpen voor deze rubriek – en elke maand zit daar wel een studie tussen die op de een of andere manier te maken heeft met de zoektocht naar donkere materie. ‘Alwéér?’, hoor ik Naomi in gedachten al uitroepen als ik op ‘verzenden’ klik. Maar ja, het spul vormt nu eenmaal een van de grote hete hangijzers binnen de natuur- en sterrenkunde.

Vreemd is dat allerminst. Vijf zesde van het heelal lijkt te bestaan uit donkere materie, oftewel: deeltjes die we niet kunnen zien, maar die met hun zwaartekracht wel hun omgeving beïnvloeden. En tja, als het je werk is om het universum te doorgronden, is het feit dat de deeltjes die daar het meest in voorkomen je voor een compleet raadsel stellen toch wel een beetje… gênant.

Tussen de recente pogingen om deze pijnlijke kwestie de wereld uit te helpen, viel mijn oog op een studie waarin de auteurs suggereren op zoek te gaan naar donkere materie in de grote stukken lege ruimte tussen sterrenstelsels. Apart, dacht ik: daar is niet alleen weinig gewone materie te vinden, maar ook weinig van de donkere variant. Hoezo zou je daar juist op die plekken naar gaan zoeken? Gelukkig mocht ik er van Naomi een stukje over tikken, waardoor ik een excuus had er wat dieper in te duiken.

Lees het hele artikel, eerder gepubliceerd in KIJK 11/2022, op de KIJK-site.

Categorieën
Natuurkunde Sterrenkunde

Kun je nu wel of niet door wormgaten reizen?

Groot op het omslag van de nieuwe KIJK: mijn artikel over wormgaten!

Het standaardverhaal over deze shortcuts door de ruimtetijd is dat áls ze al bestaan, je er niet doorheen kunt reizen zonder gekke zaken als materie met een negatieve massa of dito energie. Kortom: leuk voor sciencefictionverhalen, die dingen, maar in de praktijk heb je er niks aan.

Toch zie je – als je tenminste populairwetenschappelijke sites met een beetje een bèta-insteek volgt – geregeld berichten die claimen dat we wél door zwarte gaten zouden kunnen reizen. En die stukjes komen in de regel niet uit een dikke duim. Meestal liggen daar netjes gepubliceerde wetenschappelijke artikelen aan ten grondslag die inderdaad spreken over traversable, of zelfs humanly traversable wormholes.

Is dat negatieve-massa-verhaal dan inmiddels achterhaald en kunnen we straks de tripjes in Contact en Interstellar werkelijkheid gaan maken? Lees er alles over in het novembernummer van KIJK, hier online te bestellen. (Tipje van de sluier: ja, je kunt zonder materie met negatieve energie – maar dan moet je wel aannames over ons heelal doen waarvan het zeer de vraag is of die kloppen.)

Categorieën
Natuurkunde Sterrenkunde

Kun je sneller dan het licht door een wormgat?

Stel dat wormgaten werken zoals vaak wordt voorgespiegeld in films. Je reist erdoor en bent in een oogwenk duizend lichtjaar verderop. Dan heb je dus een afstand afgelegd waar het licht duizend jaar over had gedaan – en is je snelheid, althans vanuit het oogpunt van het heelal buiten het wormgat, veel hoger dan die van het licht geweest.

Aan de ene kant is dat natuurlijk hét grote voordeel van een wormgat. Aan de andere kant leidt het ook tot grote problemen, zegt sterrenkundige Thomas Bronzwaer van de Radboud Universiteit. “Als iets sneller dan het licht kan gaan, ligt de volgorde van twee gebeurtenissen niet meer vast. En dan krijg je paradoxen. Stel bijvoorbeeld dat ik een brief schrijf die jij vervolgens ontvangt.

Als we snelheden hoger dan de lichtsnelheid toestaan, kun jij die brief ontvangen voordat ik hem geschreven heb. Maar wat als ik vervolgens besluit iets anders in die brief te zetten? Daarom geloven we dat niets sneller dan het licht kan gaan.”

In een recent wetenschappelijk artikel beweren natuurkundigen Juan Maldacena en Alexey Milekhin echter dat dit probleem eigenlijk een non-issue is. Volgens hen schrijft de quantummechanica namelijk voor dat “de tijd die het duurt om door een wormgat te gaan langer moet zijn dan de tijd die het kost om ‘buitenom’ van het ene uiteinde naar het andere reizen”. En als dat zo is, krijg je ook geen gekke situaties waarbij een gevolg aan zijn eigen oorzaak voorafgaat.

Lees de rest van dit flinke kader behorende bij mijn artikel over wormgaten op de KIJK-site.

Het complete wormgatenverhaal vind je in KIJK 11/2022, te verschijnen op 13 oktober.

Categorieën
Overige wetenschap

De waarheid over de oertijd

Al een flinke tijd geleden zag ik een tweet van Charles Mann, auteur van onder meer 1491, 1493 en The wizard and the Prophet, over het toen nog niet verschenen boek The Dawn of Everything, van antropoloog David Graeber en archeoloog David Wengrow, dat ons al te simplistische beeld van de prehistorie en de overstap naar de landbouw overtuigend zou aanpakken.

Interessant, dacht ik meteen, want op mijn verlanglijstje stond al langer een artikel over de neiging om ‘de oertijd’ af te schilderen als één lange periode waarin iedereen wereldwijd tienduizenden jaren lang min of meer hetzelfde deed. Dat was niet zo, vertelde Luc Amkreutz me naar aanleiding van dit onderzoek – waardoor je ook de nodige vraagtekens kunt zetten bij wetenschappers en auteurs die hun lezers graag het idee willen geven dat er bijvoorbeeld één steentijddieet was, of één taakverdeling tussen mannen en vrouwen. The Dawn of Everything zou een mooie extra bron zijn voor zo’n artikel, dacht ik.

Categorieën
Natuurkunde

Het W-deeltje lijkt iets te zwaar. Wat betekent dat?

Je zou me inmiddels bijna een verzamelaar van anomalieën kunnen noemen. Dat wil zeggen: van metingen uit de natuurkunde of sterrenkunde die niet lekker stroken met onze huidige theorieën.

Categorieën
Sterrenkunde

Twijfels over donkere energie in het zomernummer van KIJK

Ik ben – bekentenis – vroeger nooit daadwerkelijk KIJK-abonnee geweest. Wel kocht mijn vader altijd een nummer als we op vakantie gingen, voor op de achterbank. En dat nummer ploos ik dan van voor tot achter uit. Tot de schaakrubriek aan toe, ook al schaakte ik helemaal niet. Je leest iets of je leest het niet, redeneerde ik blijkbaar toen.

Wie nu op vakantie gaat, kan nog steeds terecht bij KIJK, waarvan net het extra dikke zomernummer is verschenen. Zelf schreef ik daarvoor een artikel over het idee dat de donkere energie, die het heelal steeds sneller uit zou laten dijen, volgens onder meer de Oxfordse hoogleraar Subir Sarkar mogelijk niet bestaat.

Interessant is het om naar aanleiding daarvan deze eerdere, twijfelende blogpost terug te lezen, toen ik voor het eerst iets had geschreven over Sarkars werk. Inmiddels geeft dit opiniestuk voor New Scientist mijn mening beter weer: ik zeg niet dat donkere energie niet bestaat, maar vind wel dat je constant het huidige model van de kosmologie op alle denkbare manieren moet blijven bevragen. Ik zie in deze tak van sport iets te veel ‘het is hoe we zeggen dat het is en daarmee basta’ en iets te weinig ‘he, interessant, vertel eens wat meer’, als iemand een scheurtje in ons beeld van het heelal lijkt te hebben gevonden.

Ook in dit nummer: mijn Far Out over het idee om zwaartekrachtgolven te meten door de afstand tot de maan goed in de gaten te houden, en mooie artikelen over de winnaars en verliezers van de energietransitie, hoe ons geheugen ons parten kan spelen als we een alibi moeten geven, het leven van Anthony Fokker, en meer. Geen schaakrubriek, trouwens.

Bestel het zomernummer van KIJK hier.

Categorieën
Overige wetenschap Sterrenkunde

Hoe zien aliens eruit?

Die vraag beantwoord ik – een beetje – in het coververhaal van het meinummer van KIJK.

Preciezer is de vraag: wat kan de aardse evolutie ons vertellen over leven op andere planeten? Welke eigenschappen delen de organismen hier waarschijnlijk met organismen die zijn ontstaan hier lichtjaren vandaan, onder heel andere omstandigheden?

KIJK 5/2022
Categorieën
Overige wetenschap

5 Nederlandse koloniën waar je nooit iets over hoort

Verschenen: het februarinummer van KIJK, met daarin mijn artikel ‘Vergeten verleden’, over Nederlandse koloniën waar je zelden tot nooit over hoort. Een voorproefje is te lezen op de site van het blad: over het eilandje Arguin.

Een van de meest troosteloze Nederlandse koloniën moet wel het eilandje Arguin zijn geweest, voor de kust van het Afrikaanse Mauritanië. Een kaal, dor, boomloos stukje grond van 6 bij 2 kilometer, waar niets anders te vinden was dan één fort. Dat veroverde de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1633 met het oog op de handel in rubber en ivoor – maar niet lang daarna was dat niet meer zo interessant, omdat de slavenhandel zo veel lucratiever bleek. “Door soldaten werd het als ballingsoord ervaren”, zegt historicus Michiel van Groesen van de Universiteit Leiden.

In het volledige artikel behandel ik ook Nederlands-Brazilië, Angola, Formosa (Taiwan) en Nederlands-Acadië. Erg leuk verhaal om te schrijven; kan zomaar dat ik wat vaker geschiedenisverhalen ga pitchen.

Over pitches gesproken: deze heb ik in een brainstorm opgeworpen terwijl ik zelf dacht ‘gaat hem vast niet worden’. Nul aanleiding, anders dan ‘lijkt mij leuk om eens in te duiken’. Aankomende freelancers zou ik dan op het hart drukken: pitch zoiets niet bij een blad dat ‘haakjes’ bij artikelonderwerpen eist, zoals KIJK. Maar goed, je kunt altijd net op het juiste moment met een idee komen dat eigenlijk niet aan de criteria voldoet. (Al zou ik het nog steeds erg met mate doen. Voor je het weet ben je die ene freelancer die het maar niet wil snappen.)

KIJK 2/2022
Het februarinummer van KIJK is hier online te bestellen en is natuurlijk ook verkrijgbaar bij de betere tijdschrifthandel.

Categorieën
Sterrenkunde

Kunnen we de Melkweg koloniseren voor het te laat is?

Met een pandemie die nog steeds over de wereld raast en het nieuwste, nog pessimistischere klimaatrapport van het IPCC in het achterhoofd is het niet vreemd als je bent gaan twijfelen over de toekomst van de mens op aarde. Hoelang kunnen we hier nog rondwandelen voordat een of andere ramp ons de das om doet?

De oplossing, volgens grote namen als Stephen Hawking en Elon Musk: onze soort verspreiden over meerdere planeten. Te beginnen met Mars, maar hopelijk komen daarna ook verdere bestemmingen binnen bereik – liefst zelfs buiten ons eigen zonnestelsel. Want hoe groter het gebied waarover de mensheid is verdeeld, hoe kleiner de kans dat één megaramp onze hele soort de kop kost.

Alleen: hoelang gaat het minimaal duren voor we zover zijn? Dat hebben Jonathan Jiang en Kristen Fahy van het NASA-lab JPL in Californië en de gepensioneerde ingenieur Philip Rosen proberen uit te rekenen.

Lees het hele artikel op de site van KIJK (of bestel KIJK 10/2021; daar staat het stuk netjes opgemaakt in).

Overigens vond ik het zelf heel stoer een reactie los te hebben gepeuterd van natuurkundige en sciencefictionschrijver David Brin, die ook over SETI heeft gepubliceerd

Categorieën
Natuurkunde Sterrenkunde

Wat heeft een zwart gat gemeen met een atoom?

In eerste instantie lijkt het moeilijk om twee dingen te bedenken die meer van elkaar verschillen dan een zwart gat en een atoom. De lichtste zwarte gaten die we tot nu toe hebben ontdekt, zijn nog altijd een paar keer zo zwaar als onze eigen zon, de zwaarste exemplaren hebben een tientallen miljarden keren grotere massa. Een waterstofatoom weegt een triljard keer zo weinig als een korreltje zand. Wat kan het een dan met het ander gemeen hebben? Nou, best wel wat, zeggen natuurkundige Taishi Ikeda van de Sapienza-universiteit in Rome en collega’s. Zij zien een intrigerende overeenkomst tussen enerzijds zwarte gaten en hun omgeving, en anderzijds een atoomkern of molecuul omringd door elektronen. En daarmee hopen ze nieuwe deeltjes op het spoor te komen.

Lees het volledige artikel op de site van KIJK. Niet de makkelijkste Far Out-aflevering om te schrijven; hoop dat ie een beetje werkt.