Er is de afgelopen jaren aardig wat afgesteggeld over de ster Gliese 581: die zou beschikken over vier, vijf of zelfs zes planeten, afhankelijk van welke sterrenkundige je het vroeg. Een Amerikaans team van astronomen denkt nu het pleit te hebben beslecht, zo melden ze in een Science-publicatie. Het zijn… maar drie planeten.
Het valt niet te ontkennen: de sterrenkunde heeft ontzettend veel te danken aan ruimtetelescoop Hubble. En hoewel die nog steeds werkt, zit het er niet meer in dat hij ooit nog zal worden gerepareerd of verbeterd. Natuurlijk is er de geplande ‘opvolger’, de James Webb Space Telescope (JWST), maar die zal voornamelijk naar infrarood licht kijken, terwijl Hubble zich concentreert op zichtbaar licht. Bovendien heeft de JWST een veel kortere geplande levensduur. Daarom is het nodig om serieuzer na te gaan denken over de vólgende grote ruimtetelescoop, zei Martin Barstow, de voorzitter van de Royal Astronomical Society, deze week op de grote, jaarlijkse bijeenkomst van die organisatie.
Goed te volgen lezing over donkere energie en extra dimensies van natuurkundige Claudia de Rham:
Kwam het filmpje tegen tijdens de research voor mijn nieuwe boek De deeltjessafari. Helaas heeft De Rham het dan weer net niet over het onderwerp waar ik zelf meer over wilde weten, namelijk het idee dat het graviton – het deeltje dat de zwaartekracht communiceert – een heel kleine massa zou hebben en zo donkere energie kan verklaren. Maar goed, dat zou voor dit publiek misschien net een brug te ver zijn geweest. En ook zonder gravitonen is het praatje zeker vijftig minuten van je tijd waard.
Om de zoveel tijd duikt hij op: NASA-wetenschapper Harold White, met zijn niet-aflatende pogingen om een warp drive te ontwikkelen waarmee we sneller dan het licht zouden kunnen reizen. De Nederlander Mark Rademaker (in het dagelijks leven systeembeheerder) nam het op zich om alvast een ontwerp te maken voor een ruimteschip dat White’s idee toepast – en dat ziet er behoorlijk goed uit.
Hoe ontstond de maan? De gangbare theorie is dat in de jonge jaren van ons zonnestelsel de aarde – of liever: het object dat later de aarde zou worden – werd geramd door een ander object, Theia genaamd. Hierdoor zou materiaal dat door deze botsing werd losgebeukt van de aarde, samen met een deel van het Theia-materiaal, de maan hebben gevormd. Dankzij nieuw Duits onderzoek, onlangs gepubliceerd in Science, heeft dat verhaal nu meer vaste grond onder de voeten gekregen.
Filmpje: Raimond Snellings over ALICE
Tot nu toe was bijna elke presentatie op KIJK Live! de moeite waard, maar de bèta’s steken er wat mij betreft toch vaak nét ietsje bovenuit. Niet alleen omdat ze spreken over onderwerpen die mij erg boeien – dat is zeker waar – maar ook omdat ze er steeds weer in slagen om heel ingewikkelde materie te verpakken in een goed te volgen, enthousiast praatje. Het meest recente voorbeeld: de presentatie van deeltjesfysicus Raimond Snellings over het experiment ALICE. Oftewel: wat hebben de oerknal, de LHC en cupcakes met elkaar te maken? Bekijk het filmpje!
Een waterstofatoom is elektrisch neutraal. Maar geldt dat ook voor antiwaterstof? Dat zou je wel verwachten, maar als rechtgeaarde wetenschapper wil je zoiets toch een keertje goed checken. Dat is nu gebeurd, door het CERN-experiment ALPHA. De conclusie: antiwaterstof heeft waarschijnlijk geen elektrische lading – of op zijn best een héél kleine.
3 vragen over het higgsdeeltje
Boris (10) stelde me per mail een aantal vragen over het higgsdeeltje, voor een project. Lastig onderwerp natuurlijk, maar ik heb mijn best gedaan ze kort en duidelijk te beantwoorden.
Een enorme wolk waterstof, de Smith Cloud, nadert momenteel de Melkweg met zo’n 240 kilometer per seconde. En dat is gek, want de hele wolk had eigenlijk miljoenen jaren geleden al uit elkaar moeten zijn getrokken, tijdens een vorige ontmoeting met ons sterrenstelsel. De reden dat dit niet is gebeurd, volgens astronoom Matthew Nichols (Sauverny-observatorium, Zwitserland) en collega’s: de wolk heeft een beschermende jas van donkere materie.
Hij is alweer een tijdje met pensioen: de in 1978 gelanceerde satelliet ISEE-3. Eerst bestudeerde hij een paar jaar de zonnewind, daarna kreeg hij de nieuwe naam ICE en vloog hij door de staart van de komeet Giacobini-Zinner en passeerde hij de beroemde komeet van Halley… Maar sindsdien maakt hij zo goed als werkloos baantjes rond de zon. Daarbij komt hij in juni in de buurt van de aarde; aanleiding voor een groep burgerwetenschappers om te kijken of ze de satelliet weer aan de praat kunnen krijgen. En dat mag, zo maakte de NASA vorige week bekend.