Altijd spannend, als iemand die écht helemaal in het onderwerp zit je nieuwe boek van kaft tot kaft leest. Bij De deeltjesdierentuin was dat Frank Linde, toenmalig directeur van het Nederlandse deeltjesinstituut Nikhef. Hij meldde me dat de Japanse neutrinodetector Super-Kamiokande niet 50.000 liter extreem zuiver water bevatte, maar 50.000 ton.
Jammer natuurlijk, zo’n foutje (dat dankzij Linde’s mailtje alleen in de eerste druk staat), maar tegelijkertijd dacht ik: als dat het enige is wat ie heeft kunnen vinden… (Oké, er stonden stiekem nog wel wat meer foutjes in, maar daar had Linde blijkbaar overheen gelezen.)
Opgelucht
Bij mijn nieuwe boek, De fusiedroom, was de vuurdoop dat Tony Donné het boekje onder ogen kreeg. Donné is sinds 2014 directeur van EUROfusion, het overkoepelende orgaan van het Europese fusieonderzoek, daarvoor was hij hoofd fusieonderzoek van het Nederlandse instituut DIFFER én de Nederlandse programmaleider voor de internationale fusiereactor ITER. Iemand die je niets over fusie hoeft te vertellen, kortom.