Vandaag verschijnt De fusiedroom, alweer mijn vierde boek! In iets meer dan honderd pagina’s leg ik uit hoe kernfusie werkt en wat we er wel en niet van mogen verwachten als energiebron van de toekomst.
In het boekje onder meer aandacht voor ITER, de internationale proefreactor die momenteel wordt gebouwd in Frankrijk. Daarnaast bespreek ik een aantal kleinere alternatieven die beweren goedkoper en sneller fusie te kunnen realiseren. Wat zijn de ideeën daarachter? En hoe aannemelijk is het dat ze hun boude claims kunnen waarmaken?
Ook schreef ik een hoofdstuk over koude kernfusie (of low-energy nuclear reactions of hoe je het wilt noemen): het idee dat fusie bij kamertemperatuur kan plaatsvinden. Toen ik daar een paar jaar geleden voor KIJK over schreef, bleven de boze mailtjes vreemd genoeg uit. Benieuwd of ik de ‘koude kant’ nu wel op mijn dak krijg, of dat mijn kritische maar welwillende benadering voor die groep bevredigend genoeg is.
Uit de koelkast
Het idee voor het boek had ik al langer, maar het lukte niet er genoeg tijd voor te vinden naast mijn vaste baan en freelanceklussen, waardoor ik het plan voor onbepaalde tijd in de koelkast moest zetten. Nu heb ik het ‘in de baas z’n tijd’ alsnog uit kunnen werken. (Met als gevolg dat ik er geen royalties voor krijg, maar hé: je kunt niet alles hebben.)
Het boekje staat niet op zich, maar maakt deel uit van de reeks Pocket Science. Dat betekent dat het een schamele 10,99 euro kost en in de 20.000 woorden lang is. Ter vergelijking: mijn vorige drie boeken waren elk zo’n 45.000 woorden. Toch vind ik 20.000 woorden een prima lengte. Ik wil zelf altijd meer boeken lezen dan waar ik tijd voor heb, dus van mij mogen auteurs het graag kort en bondig houden. Tegelijk kun je nog best de diepte in met deze lengte; je hebt alleen niet de ‘luxe’ om allerlei zijpaden te bewandelen.
De fusiedroom is te koop in de boekhandel, in de webshop van New Scientist en natuurlijk bij Bol.com en dergelijke. (Maar ik zou de lokale boekhandel je aankoop gunnen.)