Terwijl er nog behoorlijk wat werk moet worden verzet voordat we astronauten naar Mars kunnen sturen, denken de Amerikaanse planeetwetenschappers Amanda Hendrix en Yuk Yung al een stap verder. Wat zou ervoor nodig zijn om te overleven op Titan, de grootste maan van Saturnus? In een recent wetenschappelijk artikel proberen ze uit te vogelen hoe je daar de energie zou kunnen opwekken om een flinke nederzetting draaiende te houden.
Tag: far out
Het is misschien wel de grootste ‘inconvenient truth’ binnen de sterrenkunde: astronomen ontdekken steeds beter hoe ons heelal in elkaar steekt, maar wat donkere materie is, kunnen ze ons nog steeds niet vertellen. En dat terwijl we het hier allesbehalve over een randverschijnsel hebben; zo’n 85 procent van de massa in ons universum bestaat uit deze mysterieuze vorm van materie. Een team van Amerikaanse en Canadese wetenschappers heeft nu geprobeerd om donkere materie te identificeren op een verrassende manier: door handig gebruik te maken van het gps-netwerk dat de aarde omhult.
Hoe snel kan een zwart gat rondtollen?
Terwijl het grote publiek Interstellar alweer een beetje is vergeten, is de sciencefictionfilm nog steeds een inspiratiebron voor wetenschappers. Zoals de Amerikaanse natuurkundigen Samuel Gralla, Scott Hughes en Niels Warburton. Onlangs plaatsten ze een artikel online met de titel ‘Inspirals into Gargantua’, een verwijzing naar het enorme zwarte gat dat een cruciale rol speelt in de blockbuster. Stel dat een zwart gat van dit type echt zou bestaan in ons heelal, zo vragen ze zich af. Kunnen we dat dan waarnemen?
De oerknal of Big Bang, daarmee zou het 13,8 miljard jaar geleden allemaal zijn begonnen. Tenminste, dat is wat de meeste sterrenkundigen je zullen vertellen. Een klein groepje wetenschappers vermoedt dat ‘het begin der beginnen’ eigenlijk een doorstart was van het vorige universum. Daarmee zou de Big Bang eigenlijk een zogenoemde ‘Big Bounce’ zijn geweest. Helaas is dat intrigerende scenario niet goed te verkennen met onze huidige natuurwetten. Maar de natuurkundigen Steffen Gielen en Neil Turok denken daar iets op te hebben gevonden.
Lees het hele artikel op de KIJK-site.
Ik vind dit soort artikelen over speculatieve natuur- of sterrenkundepapers trouwens hartstikke leuk om te maken – maar vraag me wel altijd af of de resulterende stukken niet toch wat lastig zijn voor de geïnteresseerde leek. Heb je daar een mening over, dan hoor ik die uiteraard graag!