Categorieën
Natuurkunde

Het antimaterie-mysterie: mijn beste KIJK-artikel?

Verschenen: de special ’50 jaar KIJK’, met daarin mijn artikel ‘Het antimaterie-mysterie’ uit 2005. Vind ik het nog steeds wat? Of zou ik het nu helemaal anders doen?

Special 50 jaar KIJKNu in de winkel: het bookazine ter ere van 50 jaar KIJK, gevuld met de beste artikelen uit de geschiedenis van het blad. In de oorspronkelijke opmaak, dus een ware trip down memory lane voor wie het tijdschrift door de jaren heen gevolgd heeft.

Van mijn hand staat er één verhaal in: ‘Het antimaterie-mysterie’. Uit 2005, toen ik me pas een paar jaar bezighield met het schrijven én toen ik toch wel wat minder van deeltjesfysica wist dan nu. Interessant dus om zo’n verhaal zelf nog eens terug te lezen. Vind ik het nog steeds wat? Of zou ik het inmiddels allemaal helemaal anders doen?

Dan Brown

De opening van het artikel draait om de thriller Het bernini mysterie (Angels & Demons) van Dan Brown, waarin een bom van antimaterie het Vaticaan bedreigt. Ergens gek, want het origineel van dit boek verscheen al in 2001 en de vertaling in 2003, net als die van zijn megasucces De Da Vinci Code. Blijkbaar was de wereld twee jaar later nog steeds als voldoende Dan Brown-gek om een artikel eraan op te kunnen hangen. Bovendien – en dat zal de aanleiding voor mijzelf zijn geweest – was er eerder dat jaar een opiniestuk in New Scientist verschenen van CERN-communicatieadviseur James Gillies, waarin hij een aantal onjuistheden uit het boek rechtzette.

Na de Dan Brown-opening komt er een korte nut graph, zoals de Amerikanen dat noemen, in de vorm van drie vragen:

“Browns boek leest lekker weg, maar roept ook een aantal vragen op. Wat zijn de feiten en wat heeft de auteur zelf bedacht? Bestaat antimaterie echt? En is men bij CERN inderdaad de grondstof voor een megabom aan het maken?”

Netjes van mijn dertien jaar jongere zelf. Zo’n ‘notendopalinea’ die duidelijk maakt wat het artikel jou als lezer nu eigenlijk gaat brengen, ontbreekt in versie 1.0 van heel wat artikelen van Nederlandse journalisten, weet ik uit ervaring.

Losse flodder

Wat volgt, is een uitleg van hoe antimaterie werd bedacht in de jaren twintig van de twintigste eeuw, door Paul Dirac. Wat er staat klopt (phew!), maar ik vraag me wel af of het allemaal niet te compact is opgeschreven voor lezers zonder enige voorkennis van natuurkunde of deeltjes. Ik zou nu denken: óf wat meer woorden gebruiken om de uitleg laagdrempeliger te maken, óf de informatie weglaten. (Dat laatste had op zich best gekund zonder dat het verhaal er als een kaartenhuis van ineen was gedonderd.)

Op mijn uitleg volgt een quootje van Gerard ‘t Hooft; da’s dan weer mooi. Ik geloof niet dat het me sindsdien nog vaak is gelukt om hem ergens op te laten reageren. Jammer alleen dat hij verderop in de broodtekst nergens meer voorbij komt; dat maakt zo’n citaat weer een beetje een losse flodder.

Daarna een uitleg van wat antimaterie *is*. Netjes opgeschreven, al gebruik ik wel het woord quark zonder dat uit te leggen. Geen ramp, doordat het in een opsomming staat:

“Voor elk type deeltje is er een antideeltje (…) Zo heb je protonen en antiprotonen, neutronen en antineutronen (die allebei geen lading hebben maar toch verschillende deeltjes zijn) en is er voor elke quark een antiquark.”

Dan maakt het eigenlijk niet uit of je nu wel of niet weet wat een quark is om het grotere punt te vatten. Toch zie ik in dit gedeelte van het verhaal wel allerlei dingen die ik net even anders zou doen. Zo omschrijf ik een antideeltje hier als “een deeltje met dezelfde massa maar een tegengestelde lading en een aantal andere eigenschappen dat ook tegengesteld is”. Dat laatste voelt als vollediger willen zijn dan voor dit artikel en de doelgroep nodig is; ik doe verderop in het stuk in elk geval niets met die niet nader benoemde ‘andere eigenschappen’. Neutronen zijn ook niet het handigste voorbeeld, omdat ze als neutrale deeltjes zo’n uitleg-opmerking tussen haakjes nodig maken. 

Vijfhonderd keer zwaaien

De volgende alinea vind ik gelukkig weer heel aardig, en mooi in de KIJK-toon van destijds:

“Dat antideeltjes eerst bedacht en daarna gezocht moesten worden, geeft al aan dat ze niet zomaar voorkomen in de wereld om ons heen. Alles wat je ziet bestaat uit materie; antimaterie is nergens te bekennen. Mooi, want anders zouden er om de haverklap dingen in een flits verdwijnen. Maar ook vreemd. Want als deeltjes en antideeltjes altijd samen ontstaan [dat is in de vorige alinea uitgelegd], zou je verwachten dat er van allebei evenveel in het heelal zij, terwijl in werkelijkheid minder dan 0,01 procent van het heelal uit antimaterie bestaat.”

Een economisch opgeschreven, maar best te volgen manier om het probleem van de materie-antimaterie-asymmetrie uit te leggen, lijkt me. Ook het fragment daarna is niet verkeerd, al kan ik me voorstellen dat de uitleg van CP-symmetrie aan de pittige kant is.

Daarna gaat het wat mij betreft echt mis:

“In 1964 ontdekten de natuurkundigen James Cronin en Val Fitch dat een bepaald deeltje, het neutrale, langlevende kaon, ongeveer een op de vijfhonderd keer tot een positief en een negatief pion vervalt. Volgens de CP-regel zou daar nog een neutraal pion bij moeten.”

Eh, hoezo? Als je als lezer niet krijgt uitgelegd hoe dat extra pion de CP-regel kloppend maakt, kun je hier maar weinig mee. Blijkbaar had ik dat zelf ook wel door, want als goedmakertje volgt een quote van CERN-woordvoerder James Gillies: “Het is een beetje als vijfhonderd keer naar jezelf zwaaien in de spiegel, en dan zwaait een keer je spiegelbeeld met de verkeerde hand terug.” Leuke, toegankelijke vergelijking na zo’n ingewikkeld stukje, maar uiteindelijk legt ie alleen maar uit: ‘Er gebeurt heel af en toe iets geks op symmetriegebied.’ Wat je met die kaonen en pionen aanmoet, weet je nog steeds niet.

Lekker praktisch

Het fragment daarna gaat over het X-boson, een deeltje dat alleen vlak na de oerknal zou hebben bestaan en toen net wat vaker naar materie dan naar antimaterie zou zijn vervallen. Grappige daaraan is dat ik deze kreet alweer jaren niet meer ben tegengekomen. (Zou in Nederland ook wel verwarrend zijn geweest: het higgsboson en het X-boson.) Maar blijkbaar was het in 2005 niet ongebruikelijk om dit deeltje op te voeren als oplossing van het antimaterieprobleem, want ik citeer een Nederlandse wetenschapper die er commentaar op geeft.

Na al die uitleg wordt het artikel gelukkig lekker praktisch: wat kunnen we wel en niet met antimaterie? Goed te lezen, met prima kritische quotes van CERN-wetenschapper Michael Doser: geen klachten.

Ook leuk is het kader over Het Bernini mysterie: in hoeverre klopt de wetenschap in het boek van Dan Brown? Iets te veel nitpicking misschien, maar ach: bij een thrillerschrijver die het lef heeft te claimen dat hij alles op feiten heeft gebaseerd, mag dat wel even. Ook leuk dat Gerard ‘t Hooft hier weer even opduikt. (“Ik ben niet erg ver gekomen in dat boek.”)

De bijschriften bij de foto’s en de illustraties zijn dan weer erg lang; ik zou het nu eerder kaderteksten noemen. Ik wil overal het hele verhaal kwijt, in plaats van op een korte, prikkelende manier het beeld naar het artikel toe te praten. Daar ben ik in de jaren daarna echt wel beter in geworden.

Mijn beste KIJK-artikel?

Hoe dan ook: grappig om zo’n oud artikel terug te lezen, en over een groot deel ben ik nog best tevreden. Alleen bij de harde fysica vuur ik wel erg veel informatie af op die arme lezer; ik hoop dat ik dat tegenwoordig wat meer gedoseerd doe.

Verder geldt natuurlijk dat als dit mijn enige artikel is in een bundel met de beste KIJK-artikelen van de afgelopen vijftig jaar, dit noodzakelijkerwijs mijn beste KIJK-artikel is. Tja, daar ben ik het dan toch niet mee eens. Ik zou zo geen absolute favoriet kunnen noemen, maar denk toch dat ik de nodige verhalen heb geschreven waar ik minder op aan te merken zou hebben.

Maar goed, dan hanteer ik mijn eigen criteria, waar de lezer niet per se een boodschap aan heeft. Die heeft misschien wel degelijk destijds veel lol beleefd aan een verhaal over mysterieuze deeltjes met een link naar een populaire thriller. Ook als hij af en toe iets meer op zijn tenen moest lopen dan nodig was.

De special ’50 jaar KIJK’ is te koop voor 14,95 euro. Hij is hier online te bestellen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *