Verschenen in Het Parool: een artikel van mijn hand over wat we wel en niet mogen verwachten van de ITER- en DEMO-route naar kernfusie.
In feite betreft het hier een samenvatting van hoofdstuk 4 van mijn nieuwe boekje, De fusiedroom. (Een samenvatting die ik maakte terwijl mijn vriendin de eerste weeën voelde opkomen die diezelfde avond nog zouden leiden tot de geboorte van ons tweede kind, dus vergeef het me als er nog ergens een vuiltje in zit…)
Goedkoper en kleiner
Nu vormen ITER en de daaropvolgende DEMO-reactoren niet de enige poging om fusie voor elkaar te krijgen. Er zijn ook allerlei bedrijven die claimen veel sneller een goedkopere en kleinere fusiereactor te kunnen bouwen. Daarvan behandel ik er een aantal in De fusiedroom. Tipje van de sluier: mooi natuurlijk als het zou lukken, maar neem de claims van zulke bedrijven altijd met een flinke korrel zout.
Plus: zelfs áls een van deze partijen erin zou slagen in bliksemtempo van idee via prototype naar commerciële reactor te gaan, dan nog is zo’n machine te laat om ons bijvoorbeeld te helpen de doelen van het klimaatakkoord te halen. Als we die serieus willen nemen, zijn we toch echt aangewezen op andere duurzame energiebronnen.
Foute foto
Overigens: de reactor die boven het artikel staat afgebeeld, is in tegenstelling tot wat het bijschrift zegt niet ITER, maar de Joint European Torus (JET) in Culham. Het werk aan ITER vordert gestaag, maar op zo’n mooie foto van een volledig afgewerkte tokamak zullen we toch nog een paar jaar moeten wachten.
De fusiedroom is te koop bij de boekhandel, in de webshop van New Scientist en via Bol.com en dergelijke.