Donkere materie heet het: de materie die we niet kunnen zien, maar die via zijn zwaartekracht wel invloed uitoefent op het heelal – en die bij elkaar meer dan vijf keer zoveel weegt als de materie die we wél kunnen zien. Waar donkere materie uit bestaat, is nog een mysterie. De eerste resultaten van het experiment AMS, die gisteren werden gepresenteerd, vormen misschien een hint richting de oplossing.
Lees het hele bericht op de KIJK-site.
Voor mij is dit trouwens weer zo’n nieuwtje dat me eraan herinnert waarom ik destijds De deeltjesdierentuin ben gaan schrijven. Het is en blijft lastig om in zo’n nieuwsbericht alles te vertellen wat je wilt vertellen, en het tegelijk begrijpelijk voor de leek én kort te houden. In dit geval kreeg ik er niet meer in verwerkt dat AMS hiermee eerdere, controversiële resultaten van het satellietexperiment PAMELA en de ruimtetelescoop Fermi bevestigt. Het positronenoverschot kwam dus niet als een donderslag bij heldere hemel.
Ook heb ik achterwege gelaten dat de genoemde neutralino’s supersymmetrische deeltjes zijn, een hypothetisch type deeltjes waarvan tot nu toe in experimenten op aarde nog geen tekenen zijn gevonden, dat het specifiek gaat om het lichtste type neutralino (er zijn er vier, maar de overige drie zijn niet stabiel), en dat het hier een majoranadeeltje betreft: een deeltje dat zijn eigen antideeltje is en dankzij die eigenschap zijn soortgenoten kan vernietigen. Bij dat vernietigen zouden dan die positronen ontstaan die AMS heeft gemeten.
Daarnaast is het lastig om het nieuws zo te brengen dat het enerzijds ontdaan is van al te veel hype (veel deeltjesfysici vinden dat het AMS-team met deze aankondiging meer heeft geclaimd dan het waar kan maken), maar anderzijds niet zoveel laffe zou-kunnen-achtige woordjes bevat dat de lezer uiteindelijk zijn schouders erbij ophaalt.
Nu ja, hoe dan ook, via bovenstaande link mijn poging er iets van te maken. Hoor uiteraard graag hoe het overkomt!