Hoe verder een sterrenstelsel van ons vandaan staat, hoe sneller het van ons vandaan beweegt. Dat stelden verschillende astronomen, waaronder de Amerikaan Edwin Hubble, in de eerste decennia van de twintigste eeuw vast. Dit is het gevolg van het feit dat het heelal sinds de oerknal uitdijt. Maar met welke snelheid doet het dat? Daarover discussiëren astronomen de laatste jaren flink: verschillende meetmethodes geven verschillende antwoorden.
Nu stellen de Amerikaanse astrofysici Francis-Yan Cyr-Racine (Universiteit van New Mexico), Fei Ge en Lloyd Knox (beide Universiteit van Californië te Davis) een uitweg voor. Als we het vroege heelal op de juiste manier manipuleren én aannemen dat zogenoemde spiegeldeeltjes bestaan, kunnen we uitkomen op één uitdijsnelheid van het heelal.
Lees het hele artikel bij Scientias. (Maar het had ook zomaar een Far Out-aflevering in KIJK kunnen zijn…)