Tijdens de coronapandemie was het ondenkbaar: miljoenen mensen die vanuit allerlei landen afreisden naar één stad, om daar hutjemutje in stadions naar sportwedstrijden te kijken. Toch gebeurde precies dat afgelopen zomer, tijdens de Olympische Spelen van Parijs. Een risico voor de volksgezondheid? Ja, maar ook een kans. Wetenschappers maakten dankbaar van de gelegenheid gebruik door te meten welke virussen en bacteriën er vóór, tijdens en na het evenement in de lucht te vinden waren.
Dat onderzoek – waarvan de resultaten nog niet zijn gepubliceerd– had plaats onder de vlag van het Europese project DURABLE, voluit Delivering a unified research alliance of biomedical and public health laboraties against epidemics. Voor een belangrijk deel is dit netwerk van deskundigen en labs een vragenloket voor alles wat maar met infectieziektes te maken heeft. Grijpt mpox om zich heen? Worden ineens runderen besmet door een vogelgriepvirus? Dan klopt de overkoepelende organisatie HERA (Health emergency preparedness and response authority) aan bij DURABLE.
Daarnaast doet DURABLE zelf onderzoek dat op de langere termijn gericht is. Zodat, mócht er weer een pandemie uitbreken, we daar goed op voorbereid zijn. De vraag is alleen of het project daarvoor voldoende de diepte én de breedte in kan gaan, zegt Marion Koopmans, hoogleraar virologie, hoofd van de afdeling viroscience aan het Erasmus MC en een van de twee coördinatoren van DURABLE.
Lees het hele artikel op de site van Trouw. Of – neem ik aan – morgen in de wetenschapsbijlage van de gedrukte krant.