Dit jaar is het voor het eerst een serieuze mogelijkheid: dat er een Nobelprijs wordt uitgereikt voor het higgsdeeltje. Wat de vraag oproept: wie gaat die prijs dan precies krijgen?
Het higgsmechanisme werd in 1964 namelijk door maar liefst zes mannen bedacht, verdeeld over drie groepen die onafhankelijk van elkaar werkten: het duo Robert Brout en François Englert, een solo werkende Peter Higgs, en het trio Tom Kibble, Gerald Guralnik en Carl Hagen. In principe zou je die allemaal een deel van de credit (en het geld) willen geven, maar ja: één Nobelprijs mag maar aan maximaal drie personen worden uitgereikt. Welke drie?
Om tragische redenen is het probleem inmiddels al iets kleiner geworden dan het was. Robert Brout overleed in 2011 en komt daardoor niet meer in aanmerking voor de prijs, die niet postuum wordt toegekend. (Hij kan wel worden uitgereikt aan iemand die na de bekendmaking overlijdt.) Houden we over Englert, Higgs, Kibble, Guralnik en Hagen.
Higgs zelf lijkt niet te skippen. Niet alleen omdat zijn naam nu eenmaal aan het mechanisme en het bijbehorende deeltje is blijven kleven, maar ook omdat hij als eerste het deeltje expliciet voorspelde dat vorig jaar zo in het nieuws kwam. Wel moeten daar wat kanttekeningen bij: Higgs deed dat pas in tweede instantie, om een geweigerd artikel over het mechanisme wat te pimpen, en maakte er ook in die versie geen big deal van. Bovendien hebben in elk geval Brout en Englert, en in mijn herinnering ook Kibble en/of Guralnik en/of Hagen, opmerkingen gemaakt in de trant van ‘natúúrlijk was er ook een deeltje; dat lag zo voor de hand dat we het niet nodig vonden om dat nog eens expliciet te vermelden’. (Higgs’ goudeerlijke reactie, geciteerd in het boek The Infinity Puzzle: ‘I agree!’) Maar goed; desalniettemin zou het héél gek zijn als Higgs zelf buiten de boot viel.
Englert is een logische tweede winnaar; hij en Brout publiceerden hun ‘higgs’-artikel het eerst en dat is wat telt in de academische wereld. Had Brout nog geleefd, dan was hij daarmee automatisch winnaar nummer drie geworden.
Maar ja, Brout is overleden, dus is er in theorie nog één plek te vergeven. Had Kibble (of Hagen, of Guralnik) alleen gewerkt, dan was de kans aanwezig geweest dat die de derde slot had mogen vullen. Maar helaas, ze waren met zijn drieën, en omdat het raar zou zijn om een van de drie te belonen en de andere twee niet, vallen ze nu waarschijnlijk allemaal buiten de boot.
Mocht het Nobelcomité toch een lid van het trio Kibble-Hagen-Guralnik willen belonen, dan lijkt Tom Kibble me de meest logische keus. Die speelde namelijk ook nog een rol bij de toepassing van het higgsmechanisme op de elektrozwakke kracht door Abdus Salam, die daar in 1979 de Nobelprijs voor kreeg, samen met Steven Weinberg en Sheldon Glashow.
Is er nog een andere mogelijkheid? Je zou Philip Anderson erbij kunnen nemen (die overigens eerder al een andere Nobelprijs won). Anderson bedacht namelijk begin jaren zestig al een soort proto-higgsmechanisme, iets waar in elk geval Higgs zelf hem graag credit voor geeft door het higgsmechanisme het ABEGHHK’tH-mechanisme te noemen, waarbij de A staat voor Anderson (en de ’tH voor Gerard ’t Hooft).
Daarnaast zou je de experimentele kant er nog bij kunnen betrekken – maar dan wordt het heel lastig om met één naam te komen. (Lyn Evans?) Of het Nobelcomité zou de regels moeten veranderen en ook groepen in aanmerking te laten komen (iets wat nu alleen kan bij de Vredesprijs). Dan zou je alleen wel moeten kiezen tussen het team achter het LHC-experiment ATLAS en het concurrerende CMS-team – en dat is ook weer lastig, omdat de teams de geschiedenis in zijn gegaan als de gezamenlijke ontdekkers van het higgsdeeltje. (Niet geheel terecht overigens; op 4 juli 2012 kwam CMS net niet aan de vereiste ‘5 sigma’ om een ontdekking te kunnen claimen als het alle higgskanalen bij elkaar nam; voor ATLAS gold dat wél.)
Maar goed, als je me dwingt mijn geld op één mogelijkheid in te zetten, dan ga ik voor François Englert en Peter Higgs, fifty fifty. Al kan het ook nog zijn dat het Nobelcomité het nog te vroeg vindt voor een higgs-Nobelprijs (hoe gek dat ook klinkt, voor een idee dat in 1964 werd gepubliceerd) en een totaal andere natuurkundige ontdekking beloont. Maar dan zou het zich wel héél erg afsluiten voor wat er in de echte wereld leeft.